XXXV – De voorlopige balans
De schade
Vandaag, 23 maart liep de temperatuur op tot 18,3 graden. De tuin is nu sneeuwvrij – op de sneeuwbult na die weliswaar slinkt, maar dapper standhoudt in de schaduw. En zelfs na tien dagen onvervalst warm voorjaarsweer is het ijs op beschaduwde sloten nog steeds niet weg. En ook in de Oude Rijn drijven nog plakken ijs. De schatting is, dat het ijs op enig moment minstens 50 cm dik is geweest en dat dooit niet zomaar weg.
Op de straten is alle sneeuw zo goed als verdwenen, op enige verzamelbulten na; plekken waar straten en buurten hun sneeuwoverschot gedumpt hadden om de wegen enigszins begaanbaar te houden. En wat er onder die sneeuw vandaan kwam, is op zijn minst rampzalig te noemen. Asfalt is kapot met overal gaten en scheuren. Straten zien eruit alsof ze voor de grap door dronken studenten zijn gelegd. Huizen vertonen scheuren. Bijna alle bomen zijn gekapt.
Op landelijk niveau begint mondjesmaat duidelijk te worden wat een ramp deze winter is geweest. Bijna alle rijkswegen zijn stukgevroren – er geldt overal een snelheidslimiet van 50 of 80 km/uur. Nederland is door zijn strategische reserves heen (die zijn een maand of wat geleden ‘solidair’ gedeeld met landen die het veel minder zwaar hadden – maar ja, dat is Europese solidariteit, denk ik grimmig) en de prijzen van eigenlijk alles zijn hallucinant gestegen. De, midden deze winter ingevoerde, Europese ‘solidariteitsheffing’ van 34% op energie (waar nog 21% BTW bijkomt) is om de een of andere reden nog steeds niet afgeschaft en het Nibud heeft berekend dat het gemiddelde huishouden in Nederland een na-hefing van het energiebedrijf van tenminste €900 mag verwachten. Een voorzichtige schatting, zegen critici.
Waarheen met het ijs?
Tijdens de grote dooi zijn hele laaggelegen delen van Nederland dagen ondergelopen geweest en nog steeds zijn er polders waar het water niet weg kan. Grondwerken kunnen nog niet beginnen omdat de vorst – weliswaar op diepte maar toch – voorlopig nog steeds in de grond zit. Daarnaast kampen ook de wegenbouwers met energieschaarste waardoor ze werkeloos moeten afwachten tot er weer brandstof is én de vorst de grond verlaten heeft.
De onwaarschijnlijke hoeveelheden ijs die zich in de afgelopen maanden gevormd heeft begint te breken (er wordt op het IJsselmeer weer in konvooi gevaren) en zich te bewegen. Ook de ijsprop in de rivieren begint langzaam te breken en dat leidt tot allerhande nieuwe problemen: stuwen worden bedreigd en dat noopt het leger om met explosieven de ijsbergen op te blazen. Hetzelfde geldt voor het kruiende ijs aan de randen van het IJsselmeer, dat vele dorpen bedreigt. Ook hier wordt het leger ingezet om de onwaarschijnlijk hoge hopen ijs op te blazen. Delen van Edam, Monnickendam en Volendam moeten ontruimd worden. IJsbrekers worden ingezet om de vaargeul van Rotterdam open te houden – als het Europese ijs is in beweging gekomen en hoopt zich op in de monding van de Maas. Zo zien we beelden van ijsbrekers die bij +15 graden en een zonnetje, hun werk doen; héél hallucinant.
De slachtoffers
Eten is nog steeds schaars en verse groenten of sla zijn een herinnering van een vorig jaar. In het Westland is de hele winter geen productie geweest: kassen zijn bezweken onder het gewicht van sneeuw en ijs, en de kassen díe het overleefden zagen hun oogst bevriezen als weer eens de energievoorziening staakte.
Maar het ergste is het gesteld met de zwakkeren en ouderen van onze maatschappij. Klokkenluiders op internet berichten over enorme sterftecijfers onder bejaarden die, omdat ze het al niet breed hadden, zichzelf niet meer warm konden stoken, of het huis niet uit kwamen doordat het ze aan de energie ontbrak. Of geen geld hadden om de gigantische kosten van basisvoedsel op te brengen. Voorzichtige schattingen duiden op minstens 1000 slachtoffers in deze kwetsbare groep. Dat de klokkenluiders bij hun instellingen meestal meteen op staande voet ontslagen worden, zegt mij genoeg over het waarheidsgehalte van hun verhaal. Een triest gegeven, op twee manieren.
De enorme prijsstijgingen hebben niet alleen de bejaarden getroffen. Ook financieel zwakkeren, meestal zonder netwerk, blijken soms zwaar ondervoed uit deze winter te komen. Een optimistische Mark Rutte verklaart dat ‘gelukkig niemand in Nederland in de kou hoefde te staan’ (en de journalist knikt serviel) maar eigenlijk weet iedereen wel dat het in de praktijk heel anders is uitgepakt. Er zijn tientallen, misschien honderden slachtoffers van koolmonoxide-vergiftiging te betreuren; mensen die uit wanhoop onverantwoord probeerden, met geïmproviseerde middelen, het een beetje warm te stoken met fatale gevolgen. De schattingen lopen enorm uiteen, maar dat het een ramp is geweest – zoveel is zeker.
Dus: leuk hoor zo’n gruwelwinter. Maar die heeft duizenden mensenlevens gekost, zal op termijn nog duizenden tot financiële wanhoop drijven en bijna de gehele Nederlandse infrastructuur is kapot – en kan maar mondjesmaat gerepareerd worden. De politiek probeert er een slaatje uit te slaan. Het kabinet relativeert de ongemakken en wijst toch vooral op de ‘positiviteit en samenhang die ons land kenmerken’ waarbij ze, denk ik, de voedselrellen zeker vergeten zijn. Andere partijen wijzen erop dat het strooizout in november al op was, we onze strategische voorraden hebben afgestaan (aan voornamelijk Frankrijk) en dat Nederland gewoon niet in staat is gebleken voor de allerzwaksten te zorgen. Toch is veel ook gewoon overmacht geweest; als Europa-breed de stroom wegvalt, doe je daar als regering weinig aan.
Zoeken naar de oorzaak
Met een Hellmanngetal van 512 in De Bilt is dit by far de strengste winter geweest sinds het begin van de metingen. En dus wordt er driftig gediscussieerd over de oorzaken van dit unicum. Wat daarbij belangrijk is, is dat Canada de warmste winter ooit heeft meegemaakt; daar zien ze deze gebeurtenis als hét bewijs van een opwarmende aarde. En misschien is dat ook zo, maar Eurazië heeft wat anders meegemaakt. Hoe konden de stromingspatronen zó hardnekkig geblokkeerd raken? Hoe kon het dat er tussen het honkvaste hoog bij Groenland en De Beer boven Rusland – die vaak ook samensmolten – keer op keer ijs- en ijskoude depressie naar onze contreien kwamen afzakken? Hoe kwam het, kortom, dat de koudepool op het Noordelijk Halfrond boven Noordwest-Europa kwam te liggen? Niemand die het weet.
De kaarten
Intussen liggen we, weertechnisch, in een rustig zadelgebied met een continentaal hoog en ver weg op de oceaan een IJslanddepressie. Eigenlijk is het patroon nog steeds geblokkeerd, maar we zitten in een diepe zuidelijke stroming die warme lucht vanuit Frankrijk en Spanje onze kant op transporteert. Dat zal, zoals het ernaar uitziet, gaan veranderen. De IJslanddepressie zal zich oostwaarts verplaatsen, zodat we klassiek Hollands voorjaarsweer mogen verwachten: regen, wind en algehele prut. Op de weerkaarten zien we in de verte dat de depressie doorschuift, het Azorenhoog zich opricht en uitbreidt richting IJsland en zich erachter een rug van hoge druk zal vormen. Voor ons betekent dat, dat de wind over een dag of vijf de noordwesthoek zal opzoeken. Met daarbij een daling van de temperatuur naar waarden van ongeveer 5 graden overdag. Aan het eind van de periode toenemende kans op maartse buien, verwacht het KNMI. Blègh, gedver, denk ik. Nog maar even genieten van het moois nu.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!