XIX – The Day After
Het is zondag en gisteren is de elfstedentocht geschaatst, maar dat beheerst het nieuws niet. Wat wél het nieuws beheerst is de grootschalige stroomuitval die gisteren naar schatting 60 miljoen mensen in de Benelux, Duitsland en delen van Frankrijk heeft getroffen. Het nieuws komt mondjesmaat binnen maar stemt niet vrolijk: er zijn slachtoffers van bevriezing te betreuren, vooral in Duitsland waar het niet warmer werd dan -13 en waar het dus nog ietsje kouder was dan bij ons.
Europa heeft het moeilijk. De logistiek ligt op zijn gat: scheepvaart is gestremd door bevroren rivieren. De havens van Rotterdam, Antwerpen en Hamburg zijn niet meer bereikbaar. Op de satellietfoto zie je een ijstong vanuit de Nieuwe Waterweg de Noordzee insteken, en de plak ijs voor de kust reikt nu tot aan Den Helder. Waddeneilanden zijn niet meer als zodanig te herkennen; het is één grote, witte massa geworden. Nederland spreekt de ‘strategische oliereserve’ aan die in de Botlek is opgeslagen; de prijzen van ruwe olie rijzen de pan uit. Een liter benzine kost nu aan de pomp € 3,98 – als je al de mazzel hebt dat er benzine te krijgen is aan de pomp, want dat is lang niet altijd het geval.
Schaarste
De vooruitzichten zijn dus somber; er moet gerekend worden op meer stroomstoringen, de bevoorrading van de supermarkten liep al een tijdje moeilijk (het bordje ‘helaas zijn niet altijd alle producten op voorraad; wij danken voor uw begrip’ hangt nog steeds in de Jumbo hier) en brandstof wordt steeds schaarser. Het NIBUD heeft zijn berekening bijgesteld en verwacht dat een doorsnee-gezin er deze winter minstens € 550 bij moet leggen door stookkosten, duurder voedsel en brandstof. En, om het nog wat scherper te stellen: er is kouder weer onderweg.
Kan dat? Deze winter blijkbaar wel. De deskundigen in de media, maar ook op Weerwoord, buitelen over elkaar heen met verklaringen; waar komt deze kou vandaan? Hoe kan het, dat bijna heel Europa bevroren is? Boven onze hoofden is de T850 nu -16 en via de Oostzee is een bel met nóg koudere lucht onderweg – met temperaturen op hoogte tot -25 en nog kouder.
De weerkaarten zien er ook raar uit. Aan ‘onze’ kant van de aardbol zie je op noordelijke breedten een enorm hogedrukbolwerk met een kerndruk van 1055 hPa, en de kern beweegt zich al weken tussen Groenland en Finland, en wordt steeds versterkt met korte impulsen vanuit Siberië. Waarna het hogedrukgebied zich weer ‘sluit’ en er langs de oostflank nieuwe koude-impulsen volgen. Aan de andere – zeg, de Canadese – kant regent het lauw water, tot grote frustratie van mijn zwager in Toronto. Om ‘ons’ hogedrukgebied komen regelmatig koudeputjes indraaien en de ramkoers is noordwest-europa. En ook nu is er een ijskoude storing onderweg vanuit de Baltische Staten. Het KNMI verwacht dan ook voor de komende week:
“In het begin van de week verdere verscherping van de vorst. ’s Nachts zeer strenge vorst, overdag meest strenge vorst, in het zuidwesten mogelijk matig. Daarbij een meest harde wind uit oost- tot noordoostelijke richting. Maandag en dinsdag mogelijk intensieve sneeuwval met sneeuwdrift. Later drogere perioden, een afnemende wind en minder neerslag. Blijvend zeer koud.”
De Tabel erbij is indrukwekkend:
ma di wo do vr tx -10 -11 -10 -9 -7 tn -15 -17 -16 -15 -14 wind o 5 no 6 o 4 no 3 o 3 neerslag 80% 70% 40% 30% 30%
Weerwoord
Op weerwoord ontstaat nu een nieuwe sfeer. Zelfs de meest voorzichtigen (‘preciezen’) zijn bereid om schoorvoetend toe te geven dat dit in de verte voorzichtig aan winter doet denken, waardoor er eindelijk eenheid ontstaat. De vraag is nu, of het verse kouderecord van -30,1 opnieuw gebroken gaat worden, omdat we deze winter inmiddels geleerd hebben dat het KNMI zéér conservatief is gebleken in zijn inschattingen. Iemand rekende uit dat het KNMI in de eerste drie weken van het jaar gemiddeld maar liefst 5,8 graden te hoog zat met de inschatting van de minimumtemperaturen. Voor december was die afwijking zelfs 6,4 graden. Dat levert toch stof tot nadenken. En discussie.
Toertocht
Daarnaast is er het probleem van de toertocht: aanvankelijk wilde het elfstedenbestuur deze tocht twee of drie dagen na de wedstrijd laten rijden, maar met deze omstandigheden is dat niet verantwoord. Het ijs is dik genoeg om een tank te dragen, maar het gaat om de veiligheid van de deelnemers en die kan niet gegarandeerd worden. Ik snap dat wel. Elk tochtje naar de supermarkt is een bezoeking van jewelste: het maakt niet uit hoe je je kleedt, dit weer gaat overal doorheen. Zelfs de Roemeense supermarktzwerver heeft er de brui aan gegeven en zien we al weken niet meer.
Toch ga ik te voet boodschappen doen, omdat ik deze uitzonderlijke omstandigheden maximaal wil ervaren. Er ligt op dit moment geschat 25 cm sneeuw, samengesteld uit vele, vele lagen van eerdere sneeuwval. Het sneeuw licht en waait hard, waardoor het stoffige poeder niet echt blijft liggen maar zich verzamelt in duinen op de hoek van straten, tussen auto’s en andere luwe plekjes. Waar de kade ophoudt en de Rijn begint is niet echt te zien. Af en toe zie ik een dorpsgenoot diep weggestopt in veel textiel tegen de wind in ploeteren. Het voelt alsof er ijsnaalden in mijn wangen (het enge onbedekte plekje ongeveer) worden gestoken in ik vind dat héérlijk.
De supermarkt is bijna leeg; er is geen hond. Ik bemachtig een pak langhoudbare melk en wat koffie, suiker, pasta en tomaten in blik, een blik sperziebonen (verse heb ik al in geen weken meer gezien) en wat onduidelijk separatorvlees; daar zullen we het vanavond mee moeten doen. Verder lijken de schappen op het gebit van een kickbokser: soms is er iets, maar vaak ook niet.
Als ik wil pinnen blijkt er een pinstoring te zijn en ik heb geen cash bij me. “Ach” zegt het meisje achter de kassa, “dan betaalt u morgen toch? Wees blij dat u weer haar heeft tegen de kou” glimlacht ze. Dat is waar, denk ik: deze zomer was ik door de chemo’s nog zo kaal als een biljartbal. Tevreden met mijn vachtje ploeter ik weer, tegen de wind in, naar huis. Daar brandt het vuur, het licht en de kachel.
Je zult het wel druk hebben, maar die paar lezers die je dan nog hebt slepen zich door hun dag in de hoop ’s avonds zich te kunnen ontspannen met jouw memoires
Zojuist gehoord dat de appeloogst in Limburg mislukt omdat de winter zich maar niet gewonnen wil geven. Zou jij er een nu draai richting het laatste rechte stuk aan willen geven?
Iaw: aan je werk, vlerk