XVI: De ochtend van De Tocht

Geen stroom

Na de aanvankelijke gekte in december en eerder in januari is het enthousiasme voor De Tocht toch wat bekoeld en de hysterie gek genoeg bijna afwezig. Ja, er zijn hectobunders feesthollanders in oranje kledij die naar Friesland afreizen en ze zijn goed gewaarschuwd: pak je goed in, drink niet te veel. Maar waar de eerdere dreiging van de tocht nog tot een soort collectieve volksverdwazing leidde, blijft het nu relatief rustig.

De media doen nog verwoede pogingen de koorts wat extra op te kloppen maar het komt een beetje zielig over: het is gewoon te koud om urenlang in het open land te gaan feestvieren en de Nederlanders hebben dat inmiddels wel begrepen. Die komen alleen nog buiten om het hoogstnoodzakelijke te doen: boodschappen, werken, soms kinderen naar school brengen – als het schema, het ijsvrij en de verwarmingen dat toelaten. Geschaatst wordt er nauwelijks; daarvoor is het gewoon te koud en waait het te hard.

En toen was het stil
Toen ik die nacht opstond om de start van de Elfstedentocht te zien was het verdacht stil in huis. Met deze temperaturen (-10,2 op mijn station) zou je de verwarming verwachten, maar: niets. Ook de lampjes in de boom buiten zijn uit. De straat is pikzwart. Het is ijs-en ijskoud in huis dus er is maar één conclusie: stroomuitval. Ik kijk op mijn iPhone en zie: geen service.

Tsja. Ik voel me eventjes totaal geïsoleerd en dat ben ik ook. Binnen is het nu 8,2 graden en dat wordt snel minder dus ik schiet in het stikdonker snel de krakende tuin in om hout te pakken om dan de haard maar vol op te stoken – dan hebben we tenminste een plek om ons aan te warmen. Het is werkelijk smerig koud buiten, met een vlagerige, door merg-en-been gaande wind. Binnen steek ik alle kaarsen die ik kan vinden aan voor wat licht en warmte.

Maar ik wil die start meekrijgen. Radio! Heb ik eigenlijk een radio? Achter in de kast vind ik – wolkjes blazend in het licht van een zaklamp – een oud radiootje dat op zonnecellen werkt dus daar heb ik niets aan. Verdorie. Maar dan heb ik een ingeving. De enige radio die ik heb zit in mijn auto en die staat voor de deur. Dus kleed ik mij dik aan en brokkel ik de autodeur open en zie: er zij een lichtje dat aangaat. Da’s één. Ik probeer de auto te starten (dat lukt dezer dagen niet altijd) en na wat zielig gezwoeg springt het motortje zowaar aan. Twee. Kijk! Ik zet de verwarming op vol en ga weer naar binnen om opschenk-koffie te maken – gas is er nog wél. Buiten staat mijn autootje vredig te kachelen en ik zie dat de overbuurman mijn voorbeeld volgt. Op mijn horloge is het inmiddels 6 uur. Wat een vreemde start van de dag.

Hamburg dichtgevroren
Maar niet alleen bij ons in het dorp ligt de stroom eruit: als ik Radio 1 aanzet is dát het nieuws, en niet de Elfstedentocht – of meer: de wedstrijd, want de tocht is pas over een paar dagen, nee: in heel noordwest-Europa is het licht uitgegaan en zowel de oorzaak als de gevolgen daarvan zijn nog onbekend. Wat we horen is: een overbelasting op het Duitse net heeft waarschijnlijk een kettingreactie veroorzaakt met deze gevolgen. De centrales die al het werk deden draaiden al op vol vermogen en er moest werkelijk niets raars gebeuren. De dichtgevroren haven van Hamburg zou de aanvoer van olie net genoeg verstoord hebben om deze kettingreactie in gang te zetten. Naar schatting 80 miljoen mensen zitten in de kou zonder stroom, internet, verwarming.

Terwijl ik dit nieuws tot me door laat dringen kijk ik eens om me heen en ik zie een beeld dat ik nooit meer zal vergeten: serieus kijkende huisvaders, sommigen in ochtendjas anderen, net als ik, dik ingepakt in een stationair draaiende auto naar de radio luisterend – die het tenminste warm hebben. Als het journaal klaar is kijken we elkaar even door de bewasemde ruiten aan en we sluiten een soort stil verbond. Ik voel saamhorigheid en vastberadenheid geboren worden. En dat is maar goed ook want ik voel me even heel erg alleen en verlaten en naakt, zo zonder stroom, internet en zicht op warmte. Hoeveel zit er eigenlijk nog in mijn tank?

Koude feestvierders
Maar ik ben niet de enige. Ik ben tenminste thuis. Treinen die onderweg waren naar Leeuwarden blijken getroffen door de stroomuitval en men vermoedt dat er op verschillende plekken in Nederland treinen stilstaan met daarin bont uitgedoste feestsupporters die nu zitten te kleumen in snel kouder wordende stilstaande en donkere treinstellen. Het kan gaan om tienduizenden mensen en het leger wordt onmiddellijk ingezet om die treinen te bereiken. Vandaag had half Nederland al een vrije dag genomen – dus druk zou het op de weg niet worden – maar nu wordt door het Crisisteam (dat nog steeds bestaat) uitdrukkelijk verzocht niet de weg op te gaan om de hulpdiensten voorrang te geven. Ik ging vandaag toch al nergens heen.

Voor het raam staan mijn vrouw en dochter nu druk te gebaren en ik ga even naar binnen en leg ze uit wat de stand van zaken is. Ze vragen aan mij hoe lang het nog duurt en ik zeg dat ik werkelijk geen idee heb. Een half uur later zitten we, met het hele gezin te ontbijten in de auto, met de verwarming aan. Het voelt als een soort kamperen. Mijn dochter ontdooit haar brood voor de blower en even hebben we enorme pret. We zien er ook potsierlijk uit met onze rare mutsen, shawls en lagen kleding (ik kan nauwelijks bewegen) die we inderhaast bij mekaar gegrist hebben om maar iets aan te hebben. De dampende bak warme koffie in mijn hand (mijn vrouw heeft nog een lading gemaakt) maakt héél veel goed. Wat ga je kleine dingen toch waarderen in dit soort omstandigheden!

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.