XXIX – Oude en nieuwe ongemakken

Het is nu vier dagen geleden dat deze winter zich weer eens van zijn gruwelijkste kant liet zien. De sneeuwstorm van vorige week heeft wat er toch al breekbaar was lamgelegd. Je zou kunnen zeggen dat we in een hybride beschaving leven: enerzijds (Goddank!) water en elektriciteit – en dus warmte – anderzijds lege winkels en vervoers- en bevoorradingsproblemen.

Na de brute sneeuwstorm van vorige week was het meteen duidelijk dat de levensaders van ons land zo snel mogelijk moeten worden vrijgemaakt: de snelwegen en de treinverbindingen. Dat proces verloopt erg moeizaam. Ons eigen leger beschikt niet over genoeg materieel, Rijkswaterstaat doet wat het kan maar ziet zich voor onmogelijke taken gesteld. De Franse militairen die in Nederland zijn aangekomen helpen waar ze kunnen maar het is een druppel op de gloeiende plaat. De media storten zich er meteen op als bloedhonden, op het moment dat duidelijk wordt dat Amsterdam als eerste bereikbaar wordt gemaakt, terwijl grote delen van Nederland nog steeds integraal van de buitenwereld zijn afgesloten. Men heeft het over ‘De Kloof’. En, zoals zo vaak in deze winter, blijkt de gemeenschapszin sterk genoeg om op lokaal niveau de problemen aan te pakken.

Sneeuwtransport

In mijn straat betekent dat bijvoorbeeld: waarheen met alle sneeuw? Er ontstaat een initiatief om vanuit onze straat een pad naar de Oude Rijn vrij te maken, zodat we de sneeuw op het ijs daar kunnen dumpen. Er is alleen een probleem: aan het eind van de straat heeft een of andere idioot zijn auto achter moeten laten. Die auto heeft gewerkt als sneeuwvanger en vormt de basis van een sneeuwduin van een meter of drie hoog. En die idioot was ik, dus begin ik als eerste schuldbewust met het afgraven van die berg. Maar als snel krijg ik hulp en na een tijdje zie ik het knalgeel van mijn oud-ambulance onder de sneeuw reflecteren. Na een uurtje hebben we ‘m vrij en met vereende krachten én een lier trekken we mijn stijfbevroren auto opzij. Daarna komt het doorgeefsysteem op gang: in de straat ontstaan vier ‘verzamelbulten’ waar men zijn sneeuw op dumpt. Wie een aanhanger heeft laadt de verzamelde sneeuw in en kiepert dat 100 meter verderop op het inmiddels wel een meter dikke ijs op de Rijn. En zo, na een dag schappen en zwoegen, wordt de straat weer een beetje herkenbaar. Het is een prachtige dag: de Tmax komt uit op -3,2 en als het weer donker wordt (wat al best laat is, zo eind februari) stookt een buurman een vuur in een oude olieton, op straat. Ik activeer mijn fles jenever, de ander brengt ook wat en zo staan we daar met een mannetje of 15, vrolijk borrelend in de snel dalende temperatuur – voor vannacht wordt weer eens strenge vorst verwacht, maar dat zal wel.

De weerkaart is eigenlijk een kopie van die in december en grote delen van januari, met hogedruk in het noordoosten en lagedruk diep weggezakt in Europa. Het enige verschil is, dat het hoog nu wordt ‘gevoed’ vanuit Rusland, waar eerder het zwaartepunt westelijker lag. We zitten in het regime van ‘De Beer’ die met een kerndruk van 1055 hPa stabiel in de regio Sint-Petersburg zijn tent heeft opgeslagen maar doorloopt tot diep achter de Oeral.

Rantsoen

Op Woensdag 22 februari wordt bekend gemaakt dat de regering zich genoodzaakt ziet om energie te rantsoeneren. Dat betekent in de praktijk dat in grote delen van Nederland tussen 12:00 uur en 14:30 geen stroom zal zijn. Uitgezonderd worden (alweer) Amsterdam én de havens in het Rijnmondgebied. Daarnaast zullen andere, vitale delen van de infrastructuur van stroom worden voorzien. Ik bedenk dat dat voor ons niets uitmaakt: we zijn wel gewend geraakt aan stroomuitval deze winter, soms dagen achtereen. Alleen is het nu officieel beleid, en dat maakt het toch anders. Verder wordt bekend gemaakt dat de A12, de A2 en de A27 weer zo goed als ‘open’ zijn, maar het heeft geen zin om op pad te gaan: afritten, viaducten zitten veelal nog dicht. Hoewel ons dorp zo voortvarend is geweest om zichzelf te ontsluiten door de weg tot aan de A12 weer begaanbaar te maken. En, naar ik begrijp, doen steeds meer gemeentes precies dit, in de hoop de eerste te zijn die de broodnodige voedseltransporten kan ontvangen.

Mijn voorraadkast raakt langzaam leger en leger. Het is een geluk bij een ongeluk dat ik alleen met mijn dochter ben (vrouwlief zit noodgedwongen nog steeds in Leiden) waardoor we minder verbruiken. Daarnaast ben ik de knakworsten nu wel behoorlijk zat. Op donderdag, als (naar gefluisterd wordt) de winkels weer open gaan, ga ik eropuit, ‘op jacht’ zogezegd naar wat er te krijgen is. Mijn auto is inmiddels ontdooid en staat weer op zijn plek. Ik besluit de gaan rijden tot waar het kan. Het dorp is wonderwel begaanbaar maar lijkt op een wintersportoord, met manshoge sneeuwwanden langs de straat. Ik besluit naar de aansluiting met de N11 te rijden om te kijken hoe die erbij ligt. Het laatste stuk doe ik te voet, om de werklieden niet in de weg te zitten. Wat ik zie als ik op het viaduct sta is onwerkelijk, mooi en bizar: van de hele N11 is niets te zien. Het is één witte vlakte. De stilte – die af en toe wordt doorbroken door het gebrul van een bulldozer – doet me denken aan de autoloze zondagen van bijna een halve eeuw geleden. Bij de oprit zijn bulldozers bezig een pad te maken door deze witte, maagdelijke deken. Het lijkt wel pionierswerk en dat is het natuurlijk ook. Het is een traag proces, zo te zien: de bulldozer komt per ‘schuif’ niet echt ver. En dit zal overal hetzelfde zijn: er is gewoon te veel sneeuw om zomaar doorheen te denderen, ook met rupsbanden. Het is weer een prachtige dag en de – steeds hoger staande – zon reflecteert letterlijk schitterend op de ontelbare sneeuwkristallen die ik overal zie. Bij elke beweging die ik maak dansen de lichtjes met me mee.

Bij de supermarkt is het zo afschuwelijk druk dat ik besluit om rechtsomkeert te maken. Het heeft ook geen zin: de voorraden waren al laag en het aantal mensen dat zich verzameld heeft schat ik in staat om binnen drie minuten alles leeg te kopen. En ik heb nog voorraden. De Gall & Gall is ook open zie ik, en daar staat géén rij. Dus kom ik thuis met wat wijn, Beerenburg en nog wat andere hartversterkende voorraad om de kou en de verveling te verdrijven. Ik nodig de buren uit in mijn in de tuin aangelegde amfitheater van sneeuw, stook de buitenkachel op en we delen onze voorraden eten en drinken. Vanavond op het menu: knakworstjes, met een voorgerecht van knakworstjes, in een bedje van ketchup. Gek genoeg voel ik me eerder geborgen dan ontheemd. Ik ben benieuwd hoe dat in andere delen van Nederland is, maar daar horen we weinig over. Ik vermoed dat niet alleen de energie is gerantsoeneerd: informatie is ook erg schaars. Maar in mijn hier en nu maakt dat niet uit.

Het KNMI verwacht voor de komende dagen:
Rustig en zonnig winterweer met overdag lichte tot matige vorst, ’s nachts veelal strenge vorst. Later in de week mogelijk enige tempering van de vorst. Weinig neerslag van betekenis’

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.