VIII – Nieuwe ontwikkelingen
Na de extreem natte toestanden van de dooiaanval is er een periode geweest van relatieve rust aan het weerfont. Nee, een Westcirculatie is niet losgebarsten en nee, we zitten niet in de diep-winter maar op 7 januari begint het er, voor de nog overgebleven winterliefhebbers, een stuk beter uit te zien. De Beer schuift langzaam op naar het westen en heeft eigenlijk twéé kernen: eentje noordoostelijk van Sint-Petersburg met een druk van 1060 hPa en een filiaaltje bij Noorwegen dat vrolijk de Noorse zee op wil wandelen. Ook een Roemeense depressie wandelt langzaam maar gestaag naar het Westen, wat er toch op duidt dat de retrograde patronen van december nog steeds gehandhaafd zijn. Alleen met minder vocht in de atmosfeer. De straalstroom duikt weer de Middellandse Zee in en in de pluim winnen de koudere oplossingen het van de warme. Maar het is gematigde kou die we zien – op een paar Wilde Lijntjes na. Maar ook daar schikt niemand meer van. Het KNMI wil er in elk geval niets van weten: “Aanhoudend rustig januariweer met temperaturen rond of iets boven normaal” heet het.
Maar op 8 januari ziet het er ineens anders uit. Het Russische hoog (‘Igor’ noemt de DWD hem) neemt sneller dan gedacht in betekenis toe en breidt zijn invloed razendsnel uit richting westen. De twee kernen versmelten en in de berekeningen van zowel EC als GFS ligt er over drie dagen wéér een machtig hogedrukbolwerk (1045 hPa) boven Scandinavië, maar dit keer anders van aard: géén contact met Groenland en weinig steun vanaf de pool. Met recht een continentale kwestie dus. Het Oost-Europese laag dient in deze scenario’s als trekpaard om een stevige oostelijke stroming op gang te brengen. DWD ziet het anders en laat het hoog langzaam de Balkan in zakken, waarna we in warmere lucht terecht komen. We zullen zien.
Weerwoord
“Gadver, blègh” klinkt het uit Haarlem als een gortdroge, afkoelende pluim uitkomt. “Mág het tegenwoordig niet meer regenen of zo? Ik ga een boze brief sturen, ik weet nog niet aan wie…”
“Dat wordt weer zwervers warmföhnen” klinkt het zonder enthousiasme uit Amsterdam.
“Der Hammer!!!” roept Seppie.
“Nee hoor. Het wordt een vies walmend stink-hoog op een verkeerde plek. Wacht maar af…” sombert Voorburg.
En natuurlijk vliegt iedereen elkaar in de haren over de mogelijke uitkomsten van de scenario’s. Zuchtend klap ik mijn laptop dicht. Daar gáán ze weer.
Tmax die dag een schrale +1,8 en de wind is van pal zuid nu uit naar het zuidoosten gedraaid. Voor vannacht wordt lichte vorst verwacht, maar dat is normaal in januari. Ik loop de tuin in en ruik toch weer die typisch droge, continentale winterlucht, gemengd met de open haarden die her en der branden. Ik zie een glinstering op het gras en als ik het beter wil bekijken voel ik het knisperen onder mijn pantoffel. Het nog steeds behoorlijk vochtige gras is aan het bevriezen. Ik kijk omhoog en zie een heldere winterse sterrenlucht. Het voelt weer fris. Toch leuk!
De langzame overval
De ochtend van 9 januari is zo’n mooie, beloftevolle winterochtend die je wilt. Mijn sensor geeft aan dat het vannacht verrassend tot -4,8 is afgekoeld in mijn tuin. Het is onbewolkt en voor zonsopgang kleurt de lucht roze. Alles is lichtjes witberijpt en het gras is alweer zo hard als beton. Dat is sneller gegaan dan gedacht. Ik zie op Weerplaza dat de temperatuur op klomphoogte boven de zandgronden van Woensdrecht toch tot -9,6 is gedaald. Toch fors meer dan ‘wat lichte vorst’ bedenk ik me.
Een rondje langs de ochtendmodellen laat een forse verandering zien: de koude oplossingen zijn kouder geworden en nu is ook DWD om. Naar het zich laat aanzien zijn we alweer vertrokken voor een periode met enige vorst. Hoe lang het gaat duren en hoe heftig het gaat zijn; niemand die het weet. Het hangt ook heel erg af van de vorm van het hoog, de as ervan en de kanteling, en de lagedruk ten zuiden van ons. Daarnaast lijkt zich een koudeputje af te snoeren bij de Baltische staten en onze kant op de komen; GFS heeft dat al een paar runs in de modellen zitten. En, in de helft van die oplossingen blaast datzelfde koudeputje het hoog op en neemt de oceaan ons weer over. Spannende tijden dus!
Jan Visser schrijft op zijn website: “Het kan zomaar gebeuren dat we weer een vorstperiode krijgen. De modellen hebben wel vaker moeite met geblokkeerde patronen en onderschatten vaak de koppigheid ervan. De DWD voorziet een iets te koele januarimaand. De komende dagen moeten meer duidelijkheid verschaffen. We moeten deze winter dus zeker nog niet afschrijven”
De nacht van 9 op 10 januari daalt de temperatuur in mijn tuin verrassend tot -6,2. De Bilt tekent -4,9 op, maar als je de kaart bekijkt ziet De Bilt eruit als een warmte-eiland. Schiphol meet -6,9 en Wageningen zakt tot -7,8. 10 januari is een stralende dag met een iets aangetrokken wind die uit het oostzuidoosten waait. De temperatuur komt in De Bilt eventjes boven 0 uit: om 14:45 uur wordt het daar +0,3 graden. Als de zon ondergaat verdwijnt de rest van Nederland onder een deken van vorst, en de Tact kaarten van de instituten kleuren bijna geheel blauw, op één hoekje na: warmte-eiland Voorburg ligt eenzaam, als donkergroen eilandje tussen al dat blauwe geweld.
Maar om 17:45 kleuren ook de laatste restjes groen op de kaarten zich blauw en ligt heel Nederland weer in de vorst. Eelde meldt om 18:00 uur al -5,1 graden. De nu naar het oosten gedraaide wind neemt nog steeds in kracht toe. Als ik buiten sta voelt het lekker koud aan en af en toe voel ik mijn wangen prikken van de koude en droge doorstaande oostenwind. Dat is toch een heel ander gevoel dan de lauwe lucht van vlak voor kerst. Niemand die op dat moment kon vermoeden dat we nog eens hevig zouden verlangen naar lauwe lucht en groene plekken op de actuele kaarten.
Ik bel mijn zoon in Leiden en vraag hem of hij weet waar zijn schaatsen liggen. En ik haal de mijne naar beneden. Ze zijn nog scherp en ik leg ze keurig netjes klaar in de gang, wachtend op wat er komen gaat.
Het koudeputje lijkt inmiddels toch als sneeuwstoring vanuit het noordoosten over ons heen te komen en wordt morgennacht verwacht. Hoe ver het doorschiet de zee op is onduidelijk. Het is de enige onzekerheid die nog tussen mij en schaatsijs in staat maar ik heb er een goed gevoel bij. Ik kijk ’s avonds even op Weerwoord en de sfeer is afschuwelijk. De rekkelijken en de preciezen gaan rollend met elkaar over de straat over de vraag wat het ‘Coudeputje’ gaat doen en of je wel of niet verder mag/moet kijken dan +96. Het lijkt de Dordsche Synode wel. Ik loop nog even naar buiten om de droge vrieslucht diep te inhaleren, kijk even op de sensor (-7,8!) en ga rustig slapen.
Het weerbericht voor de komende dagen, uitgegeven door het KNMI: “Aanvankelijk lichte, soms matige vorst in de nacht en ochtend. Overdag temperaturen meest iets boven nul. Later overgang naar zachter weer”. Ik geloof er geen snars van.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!