Op de reservetank
Het maakt niet zo heel veel uit of je nou weet hoe iets gaat lopen of niet: uiteindelijk moet je er toch aan geloven. Zo vermoedde ik van tevoren dat het in elkaar schuiven van mijn vaste schema in het zicht van de finish wel eens behoorlijk stevig zou kunnen binnenkomen en dat is dan ook precies wat er gebeurd is.
Je moet je voorstellen dat je systeem elke Botleksessie weer verder wordt uitgehold én opnieuw opgebouwd. Het lijf krijgt precies één week om die schade ongedaan te maken. Dat kost natuurlijk bakken met energie en die voorraad raakt verder en verder uitgeput. Het “putje” van deze ronde was dan ook dieper en, vooral, langduriger dan de vorige keer. Bovendien had ik de vorige ronde de herstelweek overgeslagen. En dat merk je. Pas vandaag merk ik dat ik weer een beetje mobiel word en zin in dingen krijg en iets meer kan dan als een demente bejaarde op slofjes voorzichtig een paar stapjes de tuin inscharrelen.
Uitstel
Mijn dienstdoende arts is met vakantie en vandaag trof ik zijn vervangster. Ik herkende haar meteen: zij was erbij toen er, in het begin van het Utrechtse hoofdstuk van mijn gedoe, op vroeg-middeleeuwse wijze bot uit mijn heup gevist werd. Die happening laat mij maar moeilijk los, merk ik. Evenwel bleek ik nog niet voldoende hersteld te zijn om deze week de Finale Botlekse Eindklap uitgedeeld te krijgen. Bummer. Ik vertelde haar dat ik me de afgelopen week werkelijk volkomen ruk had gevoeld, en zij kon dat bevestigen aan de hand van getalletjes op het scherm die trouw mijn bloedwaarde (-loosheid) laten zien. De pijnen her & der worden niet begeleid door gezwollen klieren, dus dat is goed – en een hele geruststelling.
Dus mag ik vrijdag terugkomen voor nog een bloedprik. Dan kijken we of Botlek VI er maandag in kan. Dat zal wel moeten want ik wil met vakantie. Mijn EindPut zal ik dan op de berg incasseren, waarna ik een paar dagen in de liefderijke armen van de Zwitserse familie ongetwijfeld hevig verwend zal worden. Ik zal dan een kaartje schrijven naar de Oncologe uit Woerden, die me – inmiddels enige mensenlevens geleden – indertijd toezegde dat ik mijn zomervakantie ‘sowieso’ kon vergeten. En daarbij glimlachen.
Maar éérst nog de laatste ronde uitzitten. Hoe voorbips die ook gaat zijn: kom maar door! Ik wil hier vanaf zijn. En ik wil weer gevoel in mijn vingers. En haar ook, veel haar, overal. De liederlijke luxe van woest weelderige wenkbrauwen. Tochtlatten waar Elvis jaloers op zou zijn. Radicaal ruiend reethaar. En weer eens een borrel teveel drinken. En de e-nor-me sigaar roken die op me ligt te wachten. En werken. En en en.
mooie Micha, die tijd komt vast weer………..
Ik herken heel goed je gevoel over de totale inbreuk op je lichaam.Onverdoofd een stukje uit je baarmoederhals halen, inmiddels meer dan 25 jaar gelden maar nog steeds voel ik de machteloosheid dat ze dat zomaar met je doen. Nog FF en dan genieten in de bergen.
liefs Marian