Chemisch interen
Met zoveel bravoure als ik dit hele traject inging, zo nederig kom ik eruit. Vandaag mocht ik de 6e Botlek dankbaar in ontvangst nemen en van mij mag dat de laatste zijn geweest. De ’tweede helft’ was heftig. Chemo is toch behoorlijk pittig gebleken. Om niet te zeggen: volkomen voorbips. Althans: voor mij.
Voordat ik hieraan begon werd ik gebombardeerd met de positieve verhalen: iedereen kende wel iemand die niets of weinig van al dat gebotlek gemerkt had. Een stevige kater, en dat was het wel. En ik geef toe: los van de pijntjes en putjes her en der heb ik vrij lang gedacht: is dit het nou?
Maar die putjes werden elke keer een beetje dieper en breder. En niet alleen fysiek maar juist vooral mentaal. Ik heb grappen gemaakt over gewurgde cavia’s maar dat was het probleem niet. Het probleem was: hoe blijf ik stabiel, verstandig en mentaal hygiënisch? Hoe ga ik om met opvlammende pijnen terwijl je verwacht dat het gedoe nu toch wel klaar is? Welke garantie heb ik eigenlijk? Geen, natuurlijk. Wel goede hoop.
Laatste loodjes
In de rush om de vakantie te redden hebben we mijn vorige kuur al na twee weken laten plaatsvinden. Als alles deze week goed blijft gaan, zit ik over een week tegen de Alpen aan te kijken en daar het Putje der Putjes te incasseren. Ik had het vanochtend over de naderende vakantie met de überlieve, moederlijke zuster die mij mijn chemicaliën toediende – zij was het, wier vingers ik helemaal in het begin bij mijn botpunctie had ge-filetaméricainiseerd, zij was het die de chemo-instructie deed en, zo zei ik haar, zij is het die volgens mij de Eindbaas is van die hele afdeling (waarop ze wat relativerende geluidjes maakte). Zij was het ook die de tijd nam voor een babbeltje en wat moeilijk keek toen ik haar mijn tweeweken-schema uitlegde. Ze legde uit dat er een reden was dat ‘we’ dat niet meer deden; niemand hield dat vol. Vooral mentaal niet.
Ik heb die prijs betaald en heb dat gemerkt aan pijnen her en der, die je normaal zou wegrelativeren, maar die je op de laatste dampen van je reservetank in de Totale Angst Des Doods storten. Je gaat zogezegd flippen. Dat is me elke ronde wel een keer gebeurd en het is ook niet tegen te houden; natúúrlijk ben ik ook bang, hoe dapper ik ook doe. Je daartegen verzetten is zinloos: die gedachten schieten op de meest rare en onverwachte momenten als giftige pijlen je geest in. Dan kun je het maar beter over je heen laten komen. Bovendien heb je geen keuze: het pakt je vroeger of later tóch.
Maar het mooie van de menselijke geest is: ook daaraan pas je je weer aan, en de volgende dag is er een nieuw equilibrium geboren waarin je weer wijzer, sterker en, gek genoeg, kwetsbaarder bent. Je wordt brandend weer bevroren en bevroren weer ontbrand. ’t Is rare materie.
Esoterisch gezeik
Er huist genoeg holistische vaagheid in me om ook op een andere manier naar mijn lijf en mijn wezen te kijken. Dat is moeilijk in woorden te vangen, maar er is sprake van een soort onderstroom die ik ken, die me vertrouwd is, een energie waaruit ik besta. En Botlekken fuckt daarmee, althans: voor nu. Het lijkt alsof er een deel uit mij weggeplukt is, en gaapt een soort leegte. Als dat de leegte is die de kanker achterlaat vind ik dat helemaal prima. Overigens: alle vacuüms vullen zich volgens een of andere degelijke natuurwet wel weer met iets anders. Maar er is hier iets fundamenteel veranderd wat voor een in principe conservatieve ouwe zak als ik een novum is waarmee ik om zal moeten leren gaan.
En nu?
Nu mag ik dus uitdieselen. Ik ga stadsrechten aanvragen op de wallen die zich onder mijn ogen gevormd hebben. Ik hoop dat ik gewoon langzaam en gestaag herstel en dat de op vreemde plekken opvlammende pijnen gewoon fall-out blijken te zijn van dit gesol met mijn lijf en niet iets nieuws anders. Dat ik de volgende week niet een Alp sta te wurgen of een Murmeltier of mijn familie. Dat ik een actieradius heb die iets verder reikt dan een meter of 10. Dat ik kan genieten van het verlaten hebben van mijn veilige cocon, waarin ik nu een maand of 5 leef. En, dat de eindscan van 28 augustus (ja, pas dan is je lijf voldoende hersteld om conclusies aan een scan te kunnen verbinden) mij de Totale Remissie Des Levens oplevert. En dat ik dan mijn leven weer op kan pikken.
Ik feliciteer je met het einde van de pijplijn. Het einde van de Botlek geeft uiteindelijk weer zicht op zee.
Rest een indrukwekkend dagboek.
Hoi Micha,
De laatstse loodjes.. Ik wens je alle sterkte en steun toe die je kunt gebruiken. Hopelijk hebben alle behandelingen straks hun werk gedaan. Geniet van je vakantie en van de kaasfondue!
In Tessin is het meer salami, rode wijn en nog wat grappa maar ook dáár verheug ik me op!
Ik zie geen verschil. Andere bril?
ha Micha,
ik volg je blogs op de voet. oersterk hoe je blijft observeren, en blijft posten, blijft delen met je omgeving. en hoe je volhoudt!
het heeft me steeds doen denken aan je heroïsche buurman, de Oostenrijker Felix Baumgarter. Hij sprong, net als jij, in een enorm gat, feet first. bij de clip van zijn sprong blijft me vooral het geluid bij. het onverstoorbare gebliep van de omringende techniek, de neutrale stem van de experts vanuit het tech centrum op de veilige aarde. en daarbovenuit de doodsangstige rasp van zijn ademhaling. eindeloos lang duurt het. het lijkt af en toe zelfs saai. maar hij valt, hij valt, het einde tegemoet. zonder te weten of het goed afloopt. met zijn vrouw vrienden familie in ademloze afwachting beneden. ik moet er steeds aan denken.
ik wens je een goede landing! jij, en wij, kunnen niet anders…
Aha! Veranderingen! Er is in deze community natuurlijk helemaal niemand die niet denkt dat dit verhaal niet een glorieus einde gaat krijgen. Over een tijdje zal je te boek staan als de man die fluitend en grappend heeft voorgedaan hoe het moet. Zonder overdrijving de man die het boek heeft geschreven over chemotherapie.
Maar over je vacuümvullingen, he.
Kaasfondue, grappa, wijn, salami, bla bla bla. Zie eerst maar eens aan een fles Grappa te ruiken zonder van je stokkie te gaan. Ik kan me zo voorstellen dat koffie al een opgave is na al dat gif, laat staan een neutje er in.
Zou je misschien niet liever aan de mega prestatie van (hoeveel waren het er, 3?) zoveel Schnitzels per reisdag te eten denken?
Als je over Zuerich gaat, loop je de Gotthart (marteling) mis en kom je langs Heidiland met de ALLERBESTE SCHNELLWEGSCHNITZELS van de wereld. Veel, vet en zout, dat moest toch? Blaadje sla erbij ecc.
Laatste vacuüm aanpassing voor nu dan; noem het voortaan maar Ticino. God is een Italiaan en zo snaptie beter waar je bent.
De schijf van 4: Te vet, te zout, te veel, met verbrande harde stukjes. Ik beken eerlijk dat ik gisteren – voor het eerst – heb geprojectielbraakt (eens moet de eerste keer zijn) maar ik ben niet van plan dat te herhalen. Nu al langzaam aan het inpakken: we gaan het in twee etappes rijden als een echt stelletje vijftigers. Met genoeg maagbeschermers moet die Grappa wel binnen blijven in Ticino. En als God een Italiaan is, dan is het wreed dat die teringportugezen het EK hebben gewonnen, maar Zijn wegen zijn nu eenmaal ondoorgrondelijk.
Voor nood:
http://www.langsdesnelweg.eu/nl/
Amen
Ha Micha,
Wat een slopende estafette is het geworden, die chemo en alles eromheen. Ik hoop met jou dat je gaat genieten van je welverdiende vakantie.
hartelijke groet,
Kees