Botlek III
Het feitelijke toegediend krijgen van de Botlek én het Ruhrgebied in anderhalf uur is een weinig opzienbarende of spectaculaire gebeurtenis. Het is vooral een kwestie van liggen, iets lezen, geïnteresseerd meekijken als de ene pijpleiding wordt vervangen door de andere en medelijden hebben met degene met wie je de ruimte deelt. Maar je voelt er niet zo veel van.
Ik blijf dat raar vinden. Het is nogal wat, wat erin gaat, en dat wordt tot op de honderdste milligram (héél rare getallen ook: 1517,67 mg van het één bijvoorbeeld) nauwkeurig door twee verpleegmens afgelezen en gedubbelcheckt en nadat je dan bent volgepompt sta je 2 uur later weer buiten, wachtend op wat er komen gaat. Terwijl ik gisteren het UMC naar binnen liep voelde ik overigens voor het eerst een fysieke weerzin. Mijn lichaam leek niet door een onzichtbare muur te willen stappen. Niet omdat het toedienen zo vervelend is maar omdat dat lichaam ‘weet’ wat de gevolgen zijn en zich daar preventief tegen verzet. Daar moet je dan gewoon bruut doorheen stappen. We zijn per slot van rekening geen mietje.
Tijdreis
Verder heb ik gisteren een nieuw record gevestigd: nooit eerder bezocht ik voor mezelf twee ziekenhuizen op één dag. Dat zit zo: onder mijn verdwijnende lichaamshaar komen een boel moedervlekken tevoorschijn. Eentje daarvan zag er raar uit en daarmee ging ik gisteren, voordat ik naar Utrecht ging, naar de huisarts. Die vond ‘m ook vreemd maar durfde er niets mee te doen – gegeven waar ik in zit, gegeven weerstand en bloedstolling en zo. Anders zou hij ‘em zó uitgebeend hebben, zei hij teleurgesteld – mijn huisarts houdt ontzettend van het ouderwetse handwerk.
Een afspraak bij de snelst beschikbare dermatoloog was snel gemaakt, de wachttijd bleek maar een paar uur. Kwam dat even mooi uit. Alleen wel in een ander ziekenhuis dan waar ik ’s ochtends de chemo ontving, namelijk: in Woerden.
Dat ken ik natuurlijk: daar begon dit hele gedoe. Dus nadat ik ’s ochtends in Utrecht was afgetankt en thuis even was bijgekomen reed ik ’s middags alleen naar Woerden om daar de vertrouwde parkeerplaats op te draaien. Niet wat je noemt ‘een feest der herkenning’. De laatste keer dat ik er was had ik daar namelijk, op dát paaltje gezeten en met een peuk in mijn trillende hoofd mijn gezin gebeld om het slechte nieuws te vertellen. Dat was niet bepaald feestelijk geweest.
De route naar die huid-afdeling was helemáál een sentimental journey die je liever niet maakt. Eerst langs dat centrale ‘plein’ met zijn goedbedoelde kut-ziekenhuiskunst waar ik vele ochtenden heb zitten wachten voor alle mogelijke onderzoeken en in verschillende stadia van pijn, hoop, vrees en chemicaliën. Vervolgens door de nauwe, lange gang waar ‘Interne’ zat en waar het hele verhaal begonnen is. Daar had de oncoloog me voor het laatst haar ijskoude hand gegeven waarbij ze me krimpend van empathie verder ‘veel succes’ had gewenst. Er zaten daar wat mensen gelaten te wachten, als paarden in de regen. In mijn geestesoog zag ik mezelf ertussen zitten, onzeker wachtend, onwetend wachtend ook. Dat leek jaren en jaren geleden. En helemaal achter in die gang, de huidtoestandenafdeling. Waar ik ooit met Gaby ben geweest, herkende ik.
Oud?
Mijn huid bleek helemaal ok. De dienstdoende dermatologe heeft me zeer aandachtig van onder tot boven bekeken. Ook op de plekjes waar ik zelfs met al mijn lenigheid niet bij kan. Ze begreep overigens wel waarom ik doorverwezen was: die plek die tevoorschijn was gekomen was nu van kleur en structuur veranderd door huidcontact (er zit geen haar meer). En daardoor donkerder geworden. Maar, zei ze lachend: het is ‘gewoon’ een ouderdomswrat. Excuuuuuuze me? Ouderdomswrat? Moi? Omdat Max zich wel eens afvraagt wat hij met al zijn moedervlekken moet, vroeg ik aan haar of leeftijd voor de engheid van moedervlekken nog relevant is.
“Hoe oud is ie?” vroeg ze.
“19” zei ik.
“He?” zei ze en begin in de computer te staren. “Ja”, zei ze, “nu zie ik het, u bent 48. Ik had u véél jonger geschat…”
Helemaal vrolijk hiervan liep ik die hele route terug: weer langs Interne, weer langs dat ‘plein’ met intens slechte ziekenhuiskunst, weer naar die parkeerautomaten. Buiten App’te ik naar het gezin “alles ok” en keek om me heen. Ik was op precies diezelfde plek waar ik een paar maanden geleden het slechte nieuws voor het eerst had gedeeld. Omdat de zon op mijn kale kop brandde zette ik mijn hoed weer op en liep met prednisoneuze veerkrachtigheid vrolijk fluitend naar de auto terug.
Een raar rondje al met al. Huisarts. Chemo. Woerden. En, realiseerde ik me in de auto terugrijdend: wat is er toch veel gebeurd in een paar maanden. Wat is dit toch een rollercoaster. En wat een prima afsluiter van deze week.
Ben je al 48?? Altijd gedacht dat je meer van mijn leeftijd was!
Ja jong. Geboren in het Jaar van de Liefde. Misschien krijg je nog wel eens eerbied voor mijn grijze haren – ofwel: welke haren? Overigens is mijn leeftijd nu variabel: van 23 (goede fijne dagen) tot 73 (hakerige dagen met natte sneeuw). Kom ik mooi op mijn eigen gemiddelde uit.
Hi Micha, wat een prachtige verhalen schrijf je over zowel de ups als de downs. Ik heb wel de neiging om foute grappen te maken, maar weet niet of dat verstandig is (iets over de kleur van je auto die je nu van binnen matched ofzo).
Anyway hopelijk een wat mindere terugval in deze derde periode en we duimen voor de 25e!
Hallo Micha ,
Ik begin nu aan je schrijfstijl en je bijzondere humor te wennen. Later als je alles achter de rug hebt en beter bent ga je jouw verhalen bundelen neem ik aan. Mocht je overigens een dag hier willen verpozen, zijn jullie van harte welkom.
Door de positieve uitslag van de dermatoloog kan je je nu gelukkig concentreren op één proces! Wij zijn even kwijt hoeveel kuren je nog moet. Lenie was vrijdag nog bij ons (kaasfondue, 66 jaar geworden) en zij was positief hoe jij/jullie dit proces tegemoet traden. Houd je haaks Micha, het komt allemaal goed! Enne….. je borsthaar gaat ook weer groeien!
Hartelijke groet,
lenie en Ruud
lenie en Ruud