Voorjaar? Voorjaar!
De dip wie je wist dat zou komen was eindelijk daar. Deze tweede ronde is op geen enkele manier te vergelijken met de eerste – die toch in een min of meer ontspannen sfeertje verliep. Maar je weet: er komt een punt waar je je mentale spankracht even verliest. Zoals ik vaak tegen mezelf zeg: sterk moet je juist zijn als je zwak bent. Daar worden de jochies van de kerels gescheiden. En het borsthaar is er nog.
Eerder verwoordde ik dat ik blij was om al deze toestanden niet in het putje van de winter te hoeven doorstaan, maar de afgelopen week was het winterser dan in de winter: donker, klam, koud en een hakerig lijf dat maar schrijnt en pijnt. Je wilt niet zeuren en denkt dat het wel over gaat. Maar als dat dan een paar dagen niet over gaat kruipt er langzaam, stiekem maar steeds manifester dat ene stemmetje je geest in: wat nou als dat nooit over gaat? Of alleen maar erger wordt? En voor het eerst ben ik dáár nou eens over gaan denken. Gewoon: scenario B doorgelopen, het toegelaten. Want er niet over nadenken is natuurlijk verstrikt raken in ontkenning en op enig moment zit je zó vastgeknoopt in je eigen geest (die daar niet meer in trapt) dat er geen ontkennen meer aan is, je wel de andere kant op moét denken. Voor de balans. Voor de eerlijkheid. En om gewoon ook realistisch te zijn.
Betere tijden
Je hebt mensen die inherent bang voor de dood zijn en mensen die dat geen reet kan schelen. Ik hoor van nature bij de tweede groep: ik zie wel. Altijd al gedacht. Maar zo lang ik nog niet eens weet wat ik wil worden als ik later groot ben, kan van er nu al tussenuit gaan geen sprake zijn. Evenwel is dat het soort gedachtes dat door je hoofd spookt, terwijl je zo volkomen energieloos bent dat je niets anders kan doen dan maar een beetje voor je uit zitten te zitten, wachtend op betere tijden.
En zie. Dan knap je, vanuit het ‘putje’ van een chemoshot (dag 10 – 12) toch langzaam op. Dan sta je ineens een kastje te schilderen, héél langzaam en weloverwogen, met pauzes, maar toch. Dan springt je geest weer aan. En je relativeringsvermogen. Dan gaat de zon weer schijnen en kun je weer naar buiten. En, niet onbelangrijk, dan bezoek je je hematoloog weer en wordt je bloed geprikt en, in weerwil van alle pijnen blijken mijn bloedwaardes nu zelfs béter dan na de eerste shot – wie dat snapt mag het zeggen. Overigens krijg ik de volgende keer ‘uitloop prednison’: ik mag 2 dagen 20 mg afterparty’en zodat de effecten van 100 naar 0 mg wat minder heftig zijn (wordt dus 100 – 20 – 0) – voor mij en vooral mijn omgeving.
En met dat gevoel ging ik een uur geleden in de schommelstoel buiten zitten. En het leven lachte me letterlijk toe: twee neukende lieveheersbeestjes, recht voor me, in de volle zon hun ding doend. Ik sprong meteen op: foto maken! En dacht: hee, ik spring op! Er is weer fut! Deze kleine geluksbrengertjes maken kleine bladluis-etertjes, maar hun neuktechniek is toch ook frappant: het vrouwtje loopt de hele tijd een beetje onduidelijk heen en weer met dat spartelende, hard pompende mannetje op haar laadklep. Ik ging net weer even kijken, en ze waren nóg bezig. Het is nu een uur en een kwartier later. Dat zijn de betere sessies. Respect.
Ik zie het als een goed teken. En ik kan er weer tegen. Gepantserder dan ooit, want ik heb nu een zwakte overwonnen. Dat is eelt en eelt is nodig. Recht zo die gaat.
Hier de fuckers nog even van dichtbij:
Lieve Micha,
Wat een bijzonder heftige, rare en afwisselende dagen moeten jullie hebben. Ik heb bewondering voor hoe je ernaar kijkt en mee om gaat. En wat schrijf je goed! Misschien moet je daar wat mee doen, wellicht een teken voor wat je later moet gaan doen als je groot bent…
Kus en liefs voor jullie, Rachel
Wishing you strength my dear, in time this too shall past. Love, Janis
Je denkt dat het cruijffiaans is “sterk moet je juist zijn als je zwak bent”, maar het komt uit / ook voor in de bijbel: 2 Korinthiërs 12:10. Kan wat mij betreft op een tegeltje.
Dat meen je niet! Maar nog veel sterker: Gertjan, jij en bijbelvastheid? Wat heb ik nou aan m’n fiets hangen?
Dag Micha,
Jouw woorden zetten me (weer) aan het denken, vooral bij deze uitgave. Je weet de leesaandacht wel vast te houden man. Enfin, dat heb ik je al vaker laten weten en sluit me dan ook helemaal aan bij de woorden van Rachel. Inmiddels heb ik een documentje in mijn bestand opgemaakt , getiteld “citaten van Micha’, wat natuurlijk telkens geactualiseerd wordt, ook nu. Wel, de mbkg-score (je kent m’n digitale onkennis) schiet omhoog ! ik zou je heel graag willen zien, maar weet niet of je daar wel behoefte aan hebt. Zit nu net in Hongarije voor een ik-zie-wel-periode. Gewoon plotseling onaangekondigd voor je neus staan lijkt me niet zo’n goed plan, want jouw conditie kan per uur en dag omslaan. Hoe kijk je hier zelf tegenaan jong en wil je het zelf wel ?
Vette hug, Adam