Wat is de luxe van een verwarming toch iets heerlijks! Nadat half Europa de ochtend van de elfstedentocht in een black-out met strenge vorst had doorgebracht keert de beschaving in de vorm van televisie, verwarming, warm water en internet weer langzaam terug.

We weten weliswaar dat er een elfstedentocht (meer: een wedstrijd) gaande is, maar het nieuws wordt toch vooral beheerst door de vastgelopen treinen die her en der in Nederland gestrand zijn in kou en vorst: bij een doorstaande oostenwind 5 Bft en een temperatuur van -9,6 (in mijn achtertuin) zijn de omstandigheden ronduit gevaarlijk. Dan realiseer je je hoe afhankelijk wij moderne mensen zijn van onze hoogontwikkelde infrastructuur én hoe kwetsbaar die is.

Ik beken dat ik na de overwinnings-calvados van 13:45 er nog eentje ingeschonken heb – want wat heb ik het echt héél koud gehad, en ik loop naar mijn houtstapel om een voorraadje voor de rest van de dag naar binnen te halen: we willen de ontknoping van de elfstedentocht nou wel zien, met een loeiend haarvuur, wat glühwein en de verwarming schofterig hoog – wat kan mij het schelen? Het is weer warm in huis, de televisie brengt sporadisch beelden van een kopgroep, het licht brandt, de haard loeit: heerlijk. Dan is winter weer leuk.

Als ik in de tuin kom zie ik in de sneeuwkorst veel houtsplinters liggen, wat ik niet snap want hier heb ik toch geen hout gehakt? Dan kijk ik naar de plek waar mijn voorraad normaal ligt en ik zie: bijna al mijn hout is weg. Verdwenen. Foetsie. Iets of iemand moet mijn hout gejat hebben en ik vloek hartgrondig om zoveel onrecht. Na alle moois, alle saamhorigheid en mooie dingen die ik de laatste weken in ons dorp gezien heb is dit een ijs-koude douche. Ik raap wat splinters en restjes op en loop daarmee naar binnen om het slechte nieuws te vertellen. Dat hout is al een aantal keer onze redding geweest; ik zou niet weten waarmee we ons kunnen warmstoken als er wéér een black-out komt, bedenk ik me, en precies op dat moment gaat het licht, de tv en de verwarming weer uit. Daarna is het doodstil. Daar sta ik, op de drempel van de keuken, met wat sneue restjes hout in mijn armen en mijn vrouw en ik kijken elkaar aan. Wat nu?

Saamhorigheid
Ik loop naar mijn buurman en vraag of hij vannacht iets gezien of gehoord of gemerkt heeft van mijn houtdiefstal. Pas dan leer ik, dat in zijn tuin vannacht een complete pruimenboom met wortel en al is verdwenen. Dat moet met zwaar materieel gebeurd zijn, en we komen er achter dat hout het nieuwe goud is geworden: door de torenhoge energieprijzen, met daarop de extra ‘solidariteitsheffing’ van 35% gaan mensen massaal op zoek naar alternatieve bronnen van warmte, legaal of illegaal. Ook wijst hij mij erop dat de gemeente in de sporthal voor opvang en verwarming zorgt, wat een aanlokkelijk voorstel is: buiten vriest het 9 graden, de oostenwind is vlagerig en ijzig en het begint lichtjes te sneeuwen. Ik besluit met mijn gezin de warmte van de sporthal op te zoeken, maak voor de kat een warm nest van veel dekens op de bank en laat mijn onverwarmde huis achter in de kou. Even voel ik me een vluchteling.

In de auto wil ik meteen de radio aanzetten, maar op geen enkele frequentie is iets te vinden. Op de AM band wat Duitse en Franse zenders die, voorzover ik het door alle gekraak kan verstaan, berichten over de doorlopende problemen met de stroomtoevoer in Europa en de logistieke problemen van Nederland en België, waar niets het meer doet; zelfs onze rampenzender Radio 1 heeft er de brui aan gegeven. We rijden naar de sporthal terwijl ik verbijsterd naar de brokkelige en ruisende berichten uit het buitenland luister; Nederland is totaal ontwricht, en niemand weet iets. Gelukkig spreek ik mijn talen, en daarmee weet ik meer dan het gros van mijn mededorpsgenoten.

De sporthal wordt min of meer verwarmd door een paar gasgestookte warmtekanonnen en voor de uitgang van dat kanon zie je een kluwen mensen die langzaam staan te ontdooien. De verlichting komt van wat bouwlampen en buiten draaien generatoren. Niemand weet iets, en de enigen die echt rustig zijn, zijn de bejaarden die het opgetogen hebben over de winter van ’63 waarbij ze aantekenen dat de maatschappij toen wel beter tegen een stootje kon, waar nu alles op zijn gat ligt. Ik ga te mijner geruststelling meteen met zo’n bejaarde praten over vroeger; alsof het hier en nú daar minder heftig van wordt.

Mijn dochter ziet oude basisschoolvriendinnetjes terug die ze vergeten was en de kou en ellende schept daar een band die ook vergeten was. Mijn vrouw komt aanlopen met warme chocolademelk en ik voel mij even heel erg trots op de gemeenschap die ons dorp is en op de mensheid in het algemeen. Het gejatte hout ben ik even vergeten. Dan beginnen de tl-balken weer even te knipperen en een klein gejuich stijgt op. Alleen blijft het bij dat geknipper. Ik neem nog een chocomelltetje en iemand die ik ken van de voetbalclub giet er bij mij ongevraagd wat rum bij. Ach, dat kan er ook nog wel bij. “Vergeet mijn vrouw niet!” roep ik hem nog toe. “Die heeft al” zegt hij grijnzend. Toch weer verbroedering. Ik vertel hem van mijn gejatte hout en hij zegt dat ik niet de eerste ben, maar dat hij zometeen wel even een kuub stort op mn stoep. Moet ik wel thuis zijn. En dat geld dat komt wel. Zo werkt dat hier.

Weer naar huis
Ik kom thuis in een ijskoud huis en word begroet door een blije Harry – mijn kat. Die heeft zo te zien nergens last van. Op precies het afgesproken tijdstip kiepert de voetbalclubman de kuub hout op mijn stoep en we beginnen dat met z’n allen snel de tuin in te dragen. We gooien het op een hoop zonder te stapelen en ik leg er een zeiltje overheen. Ik nodig hem uit voor een borrel maar zijn auto is warmer, zegt hij, en hij moet nog dóór – ik ben niet de enige houtloze.

Ik barricadeer de poort naar de tuin met wat tuinstoelen en lege flessen (voor het eventueel gerinkel) en begin binnen meteen een vuur te maken. Als dat eenmaal loeit zitten mijn gezin en ik opeengepropt voor de haard, dekens om de schouders, met de handen uitgestrekt naar het vuur boterhammen te ontdooien op een vork. Er staat ook een pot pindakaas voor de haard – je moet toch iets eten. De pindakaas blijft deels keihard maar het zachte gedeelte ervan en deze manier van afzien maakt alles een stuk beter te dragen, met vuur, iets te eten en met humor. En ach – tegen de kou neem ik nog één calvados. En daardoor word ik balorig en pak ik mijn gitaar en ga met bevroren vingers zo goed en zo kwaad als dat gaat kampvuurliedjes spelen. Zelfs mijn dochter zingt mee. Prachtig. En dan gaan we maar in bed liggen. We hadden drie flessen water voor de haard gezet en die zijn nu goed heet. Die nemen we mee ons bed in, hopende op slaap, en kijken hoe het morgen wordt.

Buiten hoor ik de wind klapperen in het zeil dat over mijn hout ligt. Mijn weerstationnetje – dat op batterijen werkt – is het enige apparaat dat nog functioneert en vindt dat het, bij Oost 4, nu -10,8 is. Het is zwaar bewolkt en zo te zien sneeuwt het licht, maar het is overal donker dus dat is moeilijk te zien. Het is pas 21:45 uur, maar deze dag heeft lang genoeg geduurd.

Weer opstaan
De volgende ochtend word ik met lichte hoofdpijn wakker is een, voor mijn gevoel, lauw huis. Ik hoor de ketel draaien en spring meteen uit mijn bed om in het hele huis te kijken of er lekkages zijn; die zijn er goddank niet. Beneden zit mijn dochter op de bank te appen en is diep in haar telefoon verzonken. Zij vertelt me dat de elfstedentocht is gewonnen door ene Kjeld Nuis in de slechtste tijd sinds 1963 en of ik het filmpje van de finish wil zien. Ach ja, waarom niet. Er zijn weinig mensen op de Bonkevaart. Er wordt niet gesprint: een eenzame schaatser zie je, helemaal wit van ijs en stuifsneeuw, aan het eind van zijn kunnen over de finish struikelen. Het is ouderwets-heroïsch om te zien en ik wil meer beelden zien. Dus zet ik koffie en klap ik de laptop open maar het nieuws overvalt me meteen:

“Energieramp in Europa, mogelijk honderden doden” (NU.nl)
“Europa staat stil” (AD)
“Gevolgen black-out niet te overzien” (Volkskrant)
“Poetin bevriest Europa met geheim wapen” (NRC)
“Jongens, dit is niet leuk meer – doe ‘es global opwarmen? (GeenStijl)

Ik heb een hete bak koffie-verkeerd net genoeg laten afkoelen om er een heerlijke, troostrijke warme slok van te nemen terwijl ik verbaasd naar de nieuwberichten kijk. Deze ramp zal zich pas in de loop der dagen ten volste ontvouwen, is niet te overzien. Maar hier binnen snort vredig de verwarming, ga ik zometeen een brood bakken en is het leven weer normaal. Althans: daar lijkt het nu op. Buiten is het -12,3. De wind is gedraaid naar het noordoosten en iets in kracht toegenomen. Op de weerkaarten komt er een storing vanaf de (dichtgevroren-) Oostzee onze kant op. T 850 is nu -16 en er komt meer kou onze kant op. Ach ja, denk ik, doe ’t dan ook maar helemáál! Kom maar op met je winter. Noem je dit winter? Ha! In de jaren ’80, toén hadden we pas winters!

De start van de Elfstedentocht meemaken herinner je je voor de rest van je leven. In ’85 en ’86 hoorde ik het verslag op de radio en in ’97 lagen mijn hoogzwangere vrouw en ik in onze bovenwoning in Rotterdam, met de loeiende gaskachel aan, op bed het donkere spektakel te bekijken. En nu zat ik dus in een auto, dik ingepakt, met mijn gezin erbij en de verwarming aan. Maar het nieuws op de radio gaat niet alleen over de tocht – die nu een uur of twee onderweg is (en die, doordat de toertocht van de wedstrijd is losgekoppeld eigenlijk alleen een wedstrijd is) nee: de black-out in Noordwest-Europa beheerst het nieuws en dat nieuws druppelt maar langzaam binnen.

Want onze hele maatschappij is ingericht op het verspreiden en verkrijgen van nieuws via internet en dat is nou precies een van de vele zaken die niet meer functioneren. Maar ook telefoons doen het niet meer. Winkels zijn dicht. Verwarmingen zijn uit. Verkeerslichten, lantaarnpalen, matrixborden: niets doet het meer. Ziekenhuizen draaien op noodstroom maar hebben hooguit een halve dag diesel. Ik moet aan mijn oma denken die te pas en te onpas over de oorlog begon en dan zei ‘je wist niks, je hoorde niks en alles was op de bon’. In die situatie zitten wij nu ook. Wie heeft er nog een radio op batterijen?

Gevolgen
Een nog onbekend aantal treinen dat onderweg was naar het noorden blijkt inderdaad gestrand te zijn en het leger is ingezet om de naar schatting 11.000 mensen te ontzetten. De meest gruwelijke scenario’s worden op de radio geschetst en in mijn geestesoog zie ik verijsde treinstellen met daarin hardbevroren oranje elfstedensupporter-ijs. Ik moet er niet aan denken.

Maar ik moet ook aan mijn huis denken, dus ik draai de hoofdkraan van de watertoevoer dicht en zet ik alle kranen open. Nu maar hopen dat mijn CV leidingen tegen een stootje kunnen, het haardvuur verder opstoken om de temperatuur in de woonkamer stabiel op 7,7 graden te houden. Buiten giert de immer doorstaande oostenwind. Mijn weerstationnetje vindt, dat het buiten nu -10,1 graden is en dat geloof ik zó. En het begint nu te schemeren buiten. Op de een of andere manier word ik daar heel blij van; er zij licht in deze koude, harde en rare duisternis. Mijn vrouw en dochter gaan binnen voor de loeiende haard zitten maar ik, nieuws-junk die ik ben, kies er toch voor om in de auto naar de radio te luisteren om te begrijpen wat er allemaal gebeurt en gaande is, maar ook om de tocht te volgen, en de berichten wisselen elkaar razendsnel af.

Onduidelijkheid alom
In de wedstrijd heeft zich een kopgroep afgesplitst met daarin Kjeld Nuis, maar hun voorsprong is niet helemaal duidelijk. Omdat ook in Friesland geen stroom is moet de omroep zich behelpen en improviseren om de berichten te verspreiden. Er wordt gewerkt met accu’s, batterijen en generatoren om het nieuws naar Hilversum te krijgen (het Mediapark draait op noodstroom en is goed voorzien) maar het komt allemaal zeer gefragmenteerd binnen. Daarnaast zijn er andere, belangwekkender zaken aan de hand: de gevolgen van deze massale stoomstoring zijn werkelijk gargantuesk. Het complete openbare leven in de economische motor van Europa, die tóch al moeilijk draaide, is nu compleet tot stilstand gekomen en de overheden zitten met de handen in het haar. Er moeten prioriteiten gesteld worden en de eerste is: het stroomnet weer aan de praat krijgen. Uit Duitsland komen berichten dat dat mondjesmaat lukt, maar dat het stroomnet vaker wél dan niet meteen weer overbelast raakt, en er weer uit klapt. Op enig moment geloof ik het verder wel en ga ik naar binnen voor en bak hete koffie (gas is er nog!) en ga ik voor de haard zitten om mijn rughaar te verschroeien en te denken: waar zijn we in Godsnaam in beland?

En dan, na een paar uur later knippert even een schemerlamp flauwtjes. Of beeld ik me dat in? Daarna gebeurt er een hele tijd niets dus ik zal het me wel ingebeeld hebben. Maar weer later gebeurt dat nóg eens, nu duidelijk zichtbaar, en dan gebeurt Het Wonder: het licht gaat aan! Mijn verwarming begint meteen te loeien, het licht dimt weer even – houdt het net de piekbelasting van duizenden CV’s die gelijktijdig aanspringen? – en dan springt alles aan. In de gangkast hoor ik mijn server opstarten. Standby-lampjes lichten op. We zijn weer in de 21ste eeuw beland! Ik ga op een deken op de grond met mijn rug tegen de verwarming zitten en voel een streepje lauw worden, dan langzaam warmer en dan snel heet: ik ben diep dankbaar voor zoiets basaals als warmte: heerlijk!

De trein
Na enige tijd komt ook het TV-signaal weer door en de berichtgeving gaat voornamelijk over de stroomuitval. Dat is ook niet zo raar, want bewegende beelden van de tocht zijn er nauwelijks tot niet. De toch al geïmproviseerde uitzendinfrastructuur in Friesland is nog niet hersteld dus we moeten het doen met wat er per radio wordt doorgegeven. De berichten uit de rest van Europa zijn onduidelijk en verwarrend en we krijgen toch vooral veel inderhaast opgetrommelde, zonder uitzondering zeer sombere, deskundologen te zien die de meest uiteenlopende doemscenario’s schetsen. Omdat ik al een dagje ouder ben vermoed ik dat die soep niet zo heet gegeten zal worden als hij wordt opgediend maar dat dit een ramp is moge duidelijk zijn. De grote vraag in Nederland is: hoe is het met de treinen en de gestrande reizigers? Dan komen rond 13:00 uur de eerste beelden door van het ontzetten van de extra elfstedentrein Amersfoort – Leeuwarden die voor Zwolle is gestrand. Het wordt zonder commentaar en live uitgezonden.

We zien, vanuit een helikopter, een gele slang in een poollandschap staan. Het spoor is niet meer te zien, alles is dichtgesneeuwd en -gestoven. De helikopter landt en de cameraploeg stapt uit. We zien even alleen maar wit gestuif en even later zien we de trein. De cameraploeg komt steeds dichterbij en ook in Hilversum houdt iedereen de adem in. De schatting is, dat de trein hier al vanaf 6 uur bij een temperatuur onder de -10 in het open land staat, onverwarmd, met honderden mensen aan boord. Door de beijsde en beslagen ruiten zien we wat beweging. Wat is er aan de hand? Militairen rennen naar de deuren en forceren ze open en stappen naar binnen. We horen in de verte gebrul. Een tijdlang zien we niets en ik moet denken aan de beelden van de trein bij Wijster, in mijn vroege jeugd. Dan wenkt een militair de cameraploeg om verder te komen en schokkerige beelden tonen een steeds groter wordende trein. Door de ruiten zien we oranje en beweging. De camera zwenkt naar binnen. Wat we te zien krijgen kan niet beter omschreven worden als: één groot feest. Zo te zien is bijna iedereen kacheltje-lam. Iedereen host en zingt en we zien de wolkjes uit de monden komen. Er wordt met rode koppen omhelsd, gehost, gelachen, gezongen en gezoend. Als je niet beter zou weten zou je denken dat het carnaval was. De raad om niet te veel drank mee te nemen is klaarblijkelijk massaal in de wind geslagen en men heeft het in de gestrande trein dan maar op een feesten gezet. Dat hield de feestreizigers warm. “Ja”, legt een licht teleurgestelde doemdeskundige in de studio uit, “een menselijk lichaam is natuurlijk te vergelijken met een kacheltje van 800 Watt. Ze hebben elkaar verwarmd”.

Dit is met afstand de beste feel-good televisie die ik in jaren heb gezien. Ik besluit uit pure solidariteit er ook één te nemen en schenk mezelf om 13:45 een forse bel Calvados in.

Geen stroom

Na de aanvankelijke gekte in december en eerder in januari is het enthousiasme voor De Tocht toch wat bekoeld en de hysterie gek genoeg bijna afwezig. Ja, er zijn hectobunders feesthollanders in oranje kledij die naar Friesland afreizen en ze zijn goed gewaarschuwd: pak je goed in, drink niet te veel. Maar waar de eerdere dreiging van de tocht nog tot een soort collectieve volksverdwazing leidde, blijft het nu relatief rustig.

De media doen nog verwoede pogingen de koorts wat extra op te kloppen maar het komt een beetje zielig over: het is gewoon te koud om urenlang in het open land te gaan feestvieren en de Nederlanders hebben dat inmiddels wel begrepen. Die komen alleen nog buiten om het hoogstnoodzakelijke te doen: boodschappen, werken, soms kinderen naar school brengen – als het schema, het ijsvrij en de verwarmingen dat toelaten. Geschaatst wordt er nauwelijks; daarvoor is het gewoon te koud en waait het te hard.

En toen was het stil
Toen ik die nacht opstond om de start van de Elfstedentocht te zien was het verdacht stil in huis. Met deze temperaturen (-10,2 op mijn station) zou je de verwarming verwachten, maar: niets. Ook de lampjes in de boom buiten zijn uit. De straat is pikzwart. Het is ijs-en ijskoud in huis dus er is maar één conclusie: stroomuitval. Ik kijk op mijn iPhone en zie: geen service.

Tsja. Ik voel me eventjes totaal geïsoleerd en dat ben ik ook. Binnen is het nu 8,2 graden en dat wordt snel minder dus ik schiet in het stikdonker snel de krakende tuin in om hout te pakken om dan de haard maar vol op te stoken – dan hebben we tenminste een plek om ons aan te warmen. Het is werkelijk smerig koud buiten, met een vlagerige, door merg-en-been gaande wind. Binnen steek ik alle kaarsen die ik kan vinden aan voor wat licht en warmte.

Maar ik wil die start meekrijgen. Radio! Heb ik eigenlijk een radio? Achter in de kast vind ik – wolkjes blazend in het licht van een zaklamp – een oud radiootje dat op zonnecellen werkt dus daar heb ik niets aan. Verdorie. Maar dan heb ik een ingeving. De enige radio die ik heb zit in mijn auto en die staat voor de deur. Dus kleed ik mij dik aan en brokkel ik de autodeur open en zie: er zij een lichtje dat aangaat. Da’s één. Ik probeer de auto te starten (dat lukt dezer dagen niet altijd) en na wat zielig gezwoeg springt het motortje zowaar aan. Twee. Kijk! Ik zet de verwarming op vol en ga weer naar binnen om opschenk-koffie te maken – gas is er nog wél. Buiten staat mijn autootje vredig te kachelen en ik zie dat de overbuurman mijn voorbeeld volgt. Op mijn horloge is het inmiddels 6 uur. Wat een vreemde start van de dag.

Hamburg dichtgevroren
Maar niet alleen bij ons in het dorp ligt de stroom eruit: als ik Radio 1 aanzet is dát het nieuws, en niet de Elfstedentocht – of meer: de wedstrijd, want de tocht is pas over een paar dagen, nee: in heel noordwest-Europa is het licht uitgegaan en zowel de oorzaak als de gevolgen daarvan zijn nog onbekend. Wat we horen is: een overbelasting op het Duitse net heeft waarschijnlijk een kettingreactie veroorzaakt met deze gevolgen. De centrales die al het werk deden draaiden al op vol vermogen en er moest werkelijk niets raars gebeuren. De dichtgevroren haven van Hamburg zou de aanvoer van olie net genoeg verstoord hebben om deze kettingreactie in gang te zetten. Naar schatting 80 miljoen mensen zitten in de kou zonder stroom, internet, verwarming.

Terwijl ik dit nieuws tot me door laat dringen kijk ik eens om me heen en ik zie een beeld dat ik nooit meer zal vergeten: serieus kijkende huisvaders, sommigen in ochtendjas anderen, net als ik, dik ingepakt in een stationair draaiende auto naar de radio luisterend – die het tenminste warm hebben. Als het journaal klaar is kijken we elkaar even door de bewasemde ruiten aan en we sluiten een soort stil verbond. Ik voel saamhorigheid en vastberadenheid geboren worden. En dat is maar goed ook want ik voel me even heel erg alleen en verlaten en naakt, zo zonder stroom, internet en zicht op warmte. Hoeveel zit er eigenlijk nog in mijn tank?

Koude feestvierders
Maar ik ben niet de enige. Ik ben tenminste thuis. Treinen die onderweg waren naar Leeuwarden blijken getroffen door de stroomuitval en men vermoedt dat er op verschillende plekken in Nederland treinen stilstaan met daarin bont uitgedoste feestsupporters die nu zitten te kleumen in snel kouder wordende stilstaande en donkere treinstellen. Het kan gaan om tienduizenden mensen en het leger wordt onmiddellijk ingezet om die treinen te bereiken. Vandaag had half Nederland al een vrije dag genomen – dus druk zou het op de weg niet worden – maar nu wordt door het Crisisteam (dat nog steeds bestaat) uitdrukkelijk verzocht niet de weg op te gaan om de hulpdiensten voorrang te geven. Ik ging vandaag toch al nergens heen.

Voor het raam staan mijn vrouw en dochter nu druk te gebaren en ik ga even naar binnen en leg ze uit wat de stand van zaken is. Ze vragen aan mij hoe lang het nog duurt en ik zeg dat ik werkelijk geen idee heb. Een half uur later zitten we, met het hele gezin te ontbijten in de auto, met de verwarming aan. Het voelt als een soort kamperen. Mijn dochter ontdooit haar brood voor de blower en even hebben we enorme pret. We zien er ook potsierlijk uit met onze rare mutsen, shawls en lagen kleding (ik kan nauwelijks bewegen) die we inderhaast bij mekaar gegrist hebben om maar iets aan te hebben. De dampende bak warme koffie in mijn hand (mijn vrouw heeft nog een lading gemaakt) maakt héél veel goed. Wat ga je kleine dingen toch waarderen in dit soort omstandigheden!

Het zijn rare tijden. Zelfs ik, als doorgewinterd winterliefhebber, de winters van 79, 85, 86 en 87 meegemaakt hebbend, vind het eigenlijk niet leuk meer. Om het dragelijk te houden staan de verwarming én de haard hier permanent te loeien maar veel warmer dan 16 graden wordt het binnen niet. De afgelopen dagen is de temperatuur heel even op -9,3 graden uitgekomen en ik noemde dat op Weerwoord voor de grap ‘tuineffectje’ maar de grimmigheid van deze winter wordt nu intimiderend en vervelend. Vooral door de niet-aflatende wind – die maakt het echt vervelend. En oh ja: vannacht is het kouderecord bij een even wegvallende wind en opklaringen scherper gesteld: Eelde mat – 30,1 op neushoogte. Waar het eerdere kouderecord op Weerwoord nog voor totale chaos en euforie zorgde, reageert met nu veel gelatener.

Serieuze problemen
Gisteren was ook zoiets: en Duitsland is in grote gebieden zoals gevreesd de stroom uitgevallen. Wat precies de oorzaak is weten we niet, maar ook Ook-Nederland had ermee te maken en ik begreep dat het weinig gescheeld had, of ook bij ons was het licht uitgegaan. Dat is toch best zorgelijk. Ik moet er niet aan denken, in mijn huisje. Is er te weinig capaciteit? Brandstoftoevoer? De gevolgen waren heftig: ook in Duitsland vriest het overdag streng en geen stroom = geen verwarming in veel huizen. We krijgen berichten over bejaarden die het niet gered hebben en deze winter begint daarmee een vreselijke tol te eisen. Want ik wil niet weten wat de balans is, als die van alle ongelukken, glijpartijen en wat dies meer zij wordt opgemaakt.

Maar er is ook mooi nieuws: ER KOMT EEN TOCHT! En wel zaterdag aanstaande. Het Winterjournaal vraagt zich af of het wel verantwoord is om te rijden, maar de wedstrijdrijders (die nu wel een en ander gewend zijn) willen gewoon van start, dus die wedstrijd komt er. En dat ondanks de – weer – langdurige en intensieve sneeuwval die in zowel het noorden (die storing vanaf de Oostzee) als de heftige depressie in het zuiden, veel meer neerslag bracht dan gedacht: uit België komen berichten van 40 cm sneeuw erbij en in Brabant viel, bij een harde zuidoostenwind, zo’n 30 cm, wat met die wind weer tot abstracte landschappen heeft geleid. Bij mij ligt er nu weer iets van 40 cm in de tuin – oude en nieuwe lagen bij elkaar opgeteld en dat is gewoon het beeld van deze winter. De foto’s zijn nog steeds mooi, maar je went er aan.

In het noorden gaan ze nu trouwens gewoon met sneeuwschuivers het ijs op – dat ijs is nu minstens 40 cm en daar kun je met een tank wel overheen als je het mij vraagt. Het ijs is dus zo dik, dat niets dat meer kan deren en dat heb ik maar zelden meegemaakt – ja, die Kever die in 1985 over de Kralingse Plas reed. Maar dit is toch anders.

Hoe het ook weer begon
Ik keek even in het archief van weerwoord en in november begon het allemaal zo braaf: eerst die koude, rustige week, dan die warmte-opstoot en toen begon het spektakel. Hadden we dat geweten, hadden we ons wel voorbereid. Maar ja: hoe bereid je je op zoets voor? De satellietfoto van Nederland is ook uniek om te zien. Waar normaal donkere plekken zijn van waterlichamen is alles nu wit, maar het spannendste is: waar de Nieuwe Waterweg uitmondt in de Noordzee is een soort derde Maasvlalkte ontstaat: een plak ijs steekt kilometers de Noordzee in en groeit op dagbasis noordwaarts. De ijstong zal naar verwachting morgen Den Haag bereiken en, als het zo doorgaat (en dat zal het) snel doorgroeien langs de Hollandse Kust. De Waddenzee ligt sowieso al weken dicht. Nederland is ook vanuit de ruimte onherkenbaar veranderd.

Op de weerkaarten verandert er niet veel: hogedruk in het ’noorden’ – dat reikt tot diep in de Middellandse Zee en verder eigenlijk niets. Paarse diepe depressies bij Canada – in de VS beleven ze de ’Trump winter’ en die is historisch warm. Niet bij ons. Europa is op dit moment de koudste plek op het noordelijk halfrond en daar komt zo te zien weinig verandering in. De mensen ondergaan het gelaten. We zijn gewend aan de wisselende voorraden in de supermarkten, de weigerende auto’s, de stukvriezende leidingen, de waanzinnige benzineprijzen.

In de krant stond een opmerkelijk artikel:
HOUT STEEDS SCHAARSER

Blijkbaar gaan mensen alternatief stoken om het warm te krijgen. Dat leidt ook tot ongelukken van mensen die tuin-haarden de woonkamer insleuren met alle gevolgen van dien. Maar er verdwijnen ook bomen uit het openbaar groen. ’s Nachts. Mijn buurman begint de enorme tak van de kastanjeboom, die in december onder de sneeuwlast bezweek, aan stukken te zagen. Ik help hem en hij belooft me een deel van de buit. Nooit gedacht dat winter zulke diepe effecten kan hebben maar dat heeft het dus. De troostende woorden komen van mijn schoonmoeder die de hongerwinter heeft meegemaakt in Vlaardingen: we slaan ons er wel doorheen.

En daar houd ik me maar aan vast. Morgen wordt De Tocht gereden! En dat na 20 jaar! De weersverwachting is weinig verrassend: “Meest droog bij overwegend strenge vorst, in het zuidwesten overdag mogelijk even matige vorst, bij een vrij krachtige, soms harde wind uit het oosten. Later op de dag vanuit het noordoosten mogelijk enige sneeuw”

Nederland en Vlaanderen zijn inmiddels een compleet verijsde toendra geworden. En in heel Europa lijkt de 21ste eeuw verder weg dan ooit. Wij weten niet beter of overal ligt sneeuw en ijs. Deze winter blijft maar voor ongemakken zorgen en door de Nederlanders, die het allemaal tot nu toe gelaten geïncasseerd hadden, wordt er nu toch meer en meer gemopperd. Ik besluit bij een frisse -11,3, bij ono 5Bft, boodschappen doen, pak mij zo dik in dat ik me nauwelijks kan bewegen en zie dan op de ruit van de supermarkt een briefje hangen:

Als gevolg van logistieke problemen hebben wij niet altijd alle producten op voorraad. Wij hopen op uw begrip.
De Directie

Als ik door de supermarkt loop zie ik wat ze bedoelen. Er is (vandaag) geen brood. Er is geen zout. Er is maar weinig verse melk en zodra er een tray naar binnen gereden wordt, vallen de mensen erop aan alsof het oorlog is. Bloem: alleen nog huismerk. Koffie: idem. Gist: op. Pasta: bijna op. En ga zo maar door. Groenten: een sneu bloemkoolstronkje met wat zwarte plekken kost 4 euro. Improviserend doe ik boodschappen en als ik door de ruiten naar buiten kijk zie ik het vertrouwde beeld: wit poeier stuift voorbij en nauwelijks als mens herkenbare hoopjes textiel ploeteren daartegenin om de supermarkt te bereiken. De straatkrantzwerver heb ik al in geen weken gezien: hoe zou het met hem zijn? Op het parkeerterrein staan BOA’s dapper bonnen uit te schrijven voor ‘verkeerd geplaatste’ blauwe schijven. Volgens mij ligt de mijne keurig in het gelid, op de juiste tijd gedraaid maar met deze pennenlikkers weet je het nooit zeker. Mijn boete (€ 90) voor een ‘niet geheel recht liggende blauwe schijf’ ligt me nog vers in het geheugen.

Meer sneeuw
Op de weerkaarten dringt het lagedruksysteem uit de Middellandse Zee steeds verder op. Met het opdringen nemen de sneeuwkansen aanzienlijk toe, en de wind zal nóg verder aantrekken. De vraag is even, hoe ver naar het Noorden de storing zal komen en wat dat betekent voor het elfstedenijs, maar in het Schaatsjournaal, dat nog steeds elke dag wordt uitgezonden, doet men daar niet moeilijk over: de ijsdikte is overal minstens 45 cm en eventuele sneeuw kan gemotoriseerd verwijderd worden.

Dat dikke ijs zorgt ook voor een vrolijke en unieke nooit: het lijkt erop dat er, voor het eerst sinds 1963 een IJsselmeerrally wordt uitgezet. Een parcours van door de sneeuw geploegde wegen doet verschillende steden aan het IJsselmeer aan: Workum, Stavoren, Enkhuizen, Medemblik en weer terug. Daartoe moet het eerst nog een stevige week doorvriezen maar dat lijkt geen probleem de zijn. Het water van het IJsselmeer is nu zo onderkoeld dat de centimeters ijs eraan vliegen.

16112016134590

Weerwoord
“Jongens, letten we even op die Genuadepressie” vraagt iemand. “Die kan een behoorlijke sneeuwdump achterlaten lijkt me zo.”
“Wordt nix” denkt Leiden. “Schiet onderdoor of deactiveert”
“Vergeet dat koudeputje in het noordoosten niet jongens en meisjes” zegt Seppie. “Die ligt ook op ramkoers. Zou mooi zijn als die twee weer boven onze hoofden op elkaar botsten”
“Liever niet” roep ik. “Ik wil nou wel eens die tocht zien”
Weerwoord is weer levendig geworden, omdat iedereen de winter nou wel voldoende ervaren heeft. En we hebben het weer over het weer. Zo speculeren we wat er ná de potentiële sneeuwdump te gebeuren staat: we komen dan zo te zien in een soort hogedruk-niemandsland met nauwelijks stroming. De bovenluchttemperaturen zijn gruwelijk laag. Zou het kraakverse kouderecord er weer aan gaan? Zou dat kunnen?

Met het wegvallen van de ijskoude oostenwind zou het voor het gevoel iets aangenamer worden, zodat de toertochten, die in heel Nederland zijn uitgezet, nu ook wat meer bezocht worden. Het Schaatsjournaal laat voornamelijk beelden zien wat lege ijsvlaktes en sculpturen van sneeuw en ijs, gevormd door de wind. De programmalengte is ook ingekort naar 10 minuten en vanaf volgende week heet het ‘Het Winterjournaal’ waarin al het winter-gerelateerde nieuws behandeld zal worden.

It giet oan
Dan neemt, toch nog onverwacht, het bestuur van de Vereniging Friesche Elfsteden een dapper belsuit: de wedstrijd en de toertocht worden van elkaar losgekoppeld. De druk van de publieke opinie is niet te weerstaan en dus spreekt de voorzitter op de avond van 24 januari de legendarische woorden. De wedstrijd zal op 28 januari van start gaan. Een eventuele toertocht wordt op 31 januari gepland. Het ziet ernaar uit dat we dan in een iets ‘zachtere’ fase terechtkomen, maar noem het maar zacht, met maxima rond -5.

De media slaan nu compleet op tilt en werkelijk iedereen heeft zijn mening klaar over de besluiten van het bestuur (‘Lafaards’, ‘wijs besluit’, ‘pragmatisch’ etc), maar in het algemeen is men opgelucht. Ja, in de marge zijn er wat beroepsmopperaars (’Een zuiver nationalistisch, blank en racistisch evenement’ volgens een artikel in de Volkskrant) maar toch is vrijwel heel Nederland opgetogen over dit leuke nieuws. Mijn elfstedenvriend (die met de afstandsbedieningvormige eeltplek op zijn buik) is nu helemáál in paniek en probeert 15 jaar liggend bestaan in een week weg te trainen, met maar matig succes. Maar ik vind het wél dapper en ik houd 31 januari vrij om een ’team A-T’ te regelen dat hem kan ondersteunen.

Het KNMI geeft de volgende verwachting uit:
“Overdag strenge, ’s nachts zeer strenge vorst bij een krachtige oostenwind. Morgenavond van het zuiden uit mogelijk enige tijd langdurige sneeuwval bij tempering van de vorst tot meest matige vorst en een naar zuidoost draaiende wind. In het noorden en noordoosten soms pittige sneeuwbuien. Later iets rustiger weer en opnieuw daling van de temperatuur, vooral in de nacht.

Die avond horen we op het Journaal dat er een grote stroomuitval in Duitsland dreigt, met mogelijk gruwelijke gevolgen. We houden ons hart vast. Hier werkt alles gelukkig weer en ach: we zijn toch niet van suikergoed?

Het enige dat de aanhoudende winterkou ervan weerhoudt eentonig te worden is de geleidelijke, steeds verder gaande verscherping ervan. Kan dat dan? Blijkbaar wel. Het is inmiddels normaal dat het overdag matig, soms streng blijft vriezen bij een niet-aflatende oostenwind en de laatste twee dagen is de Tmax in De Bilt niet boven de -8,7 graden geweest. In Vlissingen was het nog ‘aangenaam’ bij -6,2, maar in Eelde bijvoorbeeld stokte het kwik bij -10,7, bij een Oostenwind 5Bft. En hoewel er dus werkelijk overal ijs ligt wordt er nauwelijks geschaatst omdat het gewoon te koud is.

De Tocht gaat daardoor voorlopig ook niet van start, hoewel de aan basisvoorwaarde – genoeg ijs – ruimschoots is voldaan. Er zijn alleen twéé kwesties: De kou dus, die het onverantwoord maakt, én de openbare orde. Dat ergert mij. Ik vind dat te vaag. Wat is dan het probleem? Ik trek mijn stoute schoenen aan en app een oude toneelvriend van me die in het nu demissionaire kabinet zit. Ik verwacht niks – hij zal het wel druk genoeg hebben – maar ik wil het gewoon weten. Dus app ik, op de bonnefooi, op het ons bekende Leidse Studententoontje:

“Zeg jongeman, wat is dat voor gezeik met die openbare orde en waarom regel je dat niet gewoon”
Ik krijg verrassend genoeg meteen antwoord:
– “Dat wil je niet weten. Je wilt niet weten wat ik weet. Het is geen feest”
Ik moet hier even op kauwen. Wat kan het zijn? Gewoon, te veel mensen? Of is er iets anders. Dus app ik:
“Willen je vrienden van ISIS soms onaangekondigd meedoen zonder eerst keurig – en zoals het heurt – Lid te zijn geworden?”
– “Warm. Ik laat het hierbij”

Ik weet genoeg en vervloek de wereld waarin we terecht zijn gekomen waarin alles dat vertrouwd, bijzonder en traditioneel is op de een of andere manier steeds weer moeilijker en moeilijker wordt. Alsof het niet mág. De volgende dag lees ik in de krant “Terrorismedreiging Elfstedentocht” en ik vloek zeer binnensmonds zeer hartgrondig. Het is dus zo. Het is natuurlijk ondoenlijk om héél Friesland te beveiligen en wie kwaad wil, kan kwaad doen snap ik, en dat snapt iedereen. Wat een ontzettend zuur verhaal, en ik hoop dat de oorzaak van de dreiging snel kan worden weggenomen, zodat dát in elk geval naar de achtergrond verdwijnt.

Het Weer
Het weer is nog steeds het alomtegenwoordige thema; iedereen heeft het erover en ook op televisie en in de kranten en op het web gaat het nergens anders meer over. De algemene teneur is, dat men het zat is. Het zout is op, boodschappen en brandstof zijn veel duurder geworden. Iedereen vreest de energie-eindafrekening, zeker met de extra 34% ‘solidariteitsheffing’: het NIBUD heeft berekend dat deze winter het gemiddelde Nederlandse gezin nú al € 450 extra gaat kosten en dat is, zeggen ze, een voorzichtige inschatting. Bovenal heeft met het gewoon heel erg koud. En het einde is in geen velden of wegen te bekennen.

Op de weerkaarten zien we dat de gordel van lage(re) druk in het zuiden uitdiept en dat er zowaar een depressie ontstaat. Deze is enorm van omvang en lijkt zich in de modellen langzaam naar het noorden te gaan verplaatsen. Maar ons moederhoog geeft geen krimp, zodat wij kunnen rekenen op nóg meer wind en wat meer kans op neerslag. Op de weerkaart zie je één lange glijbaan van de koudst denkbare luchtsoort op het noordelijk halfrond die, onder Nova Zembla langs, met een bocht via Wit-Rusland naar de Benelux gevoerd wordt. Soms vormen zich koudeputjes die als storingen over trekken. Pas onder IJsland houdt deze oostelijke glijbaan op, en de Oceaan houd zich, ook nu, ongekend rustig. Van een poolwervel is al weken nauwelijks sprake meer – die is niet alleen afwezig, die is omgedraaid,

Voor ons betekent dat een nog verdere verscherping van de vorst. De KNMI meerdaagse luidt als volgt: “Zeer koud, met zowel overdag als ’s nachts meest strenge vorst. Daarbij staat een krachtige tot harde oostenwind. Aan het eind van de periode mogelijk iets minder koud” – en daar laat met het bij. En wat boeit het ook of het 14 of 16 graden vriest? Het is gewoon vies koud buiten en grijs.

Alles wat vloeibaar was wordt vast
De Grote Rivieren zijn de afgelopen dagen min of meer dichtgevroren. Eerder zag ik al indrukwekkende foto’s uit Rotterdam met ijsschotsen op de Maas. Ik ben opgegroeid aan die Maas en kan me dat soort schotsen uit mijn jeugd niet herinneren. Het water was vroeger wel aanzienlijk vervuilder – en vooral zouter door de Kali-mijnen in Frankrijk, maar de zaak ligt nu zo goed als dicht; de schotsen botsen op elkaar en vormen binnen twee etmalen een plak ijs die bij Maassluis begint en helemaal tot in Basel doorloopt. De ijsgrens groeit in een etmaal voorbij Hoek van Holland de zee op en op de satellietfoto zie je een soort Derde Maasvlakte ontstaan in de Noordzee, waar het zoete water als ijsprut en later -korst de Noordzee in steekt.

Ook op de Noordzee vormt zich ijs. Op een zondag neem ik mijn gezin mee naar Scheveningen om het fenomeen van zee-ijs te bekijken. Het is werkelijk schitterend. Begin oktober zat ik hier nog met een glas witte wijn de nazomer te incasseren. Nu liggen op het strand merkwaardige, abstracte witte ijsvormen en er is niet zo iets als een branding. Het water is een soort dikke ‘slush’ geworden dat een ritselend, twinkelend geluid maakt. Verderop de zee deinen traag ijsschotsen. Ik heb zo iets nog nooit gezien. We houden het door de snijdende kou niet echt lang uit en zelfs mijn fototoestel weigert dienst; de batterij doet niets meer. Dat kan ook wel, bij -8 en een straffe oostenwind.

De weg naar huis levert weer de nodige standaardproblemen van deze winter op: om het asfalt niet verder te beschadigen geldt een maximumsnelheid van 70 km/h. Maar tussen Bleiswijk en Gouda staan we stil op de A12. De steeds harder waaiende oostenwind verplaatst sneeuwduinen en die ‘wandelen’ ook over snelwegen heen. Op dit moment wordt geprobeerd de A12 weer berijdbaar te maken en we moeten wachten. Ik zet de radio aan en hoor net het bericht dat ‘de terroristische elfstedencel is opgerold. De plannen bleken in een vroeg stadium maar worden door Justitie wel serieus genomen. De minister verklaarde dat wat hem betreft daarmee het directe gevaar geweken is en sprak de hoop uit op iets minder strenge vorst, zodat dit “prachtige volksfeest eindelijk zijn doorgang kan vinden”’.

In Friesland wordt verheugd gereageerd op dit bericht. Men denkt er hardop over na om de wedstrijd en de toertocht van elkaar los te koppelen, zodat er wél een tocht verreden kan worden en er wél een winnaar kan zijn, maar er de volgende dag niet 12.000 toertochtschaatsers op de amputatie-afdeling van het ziekenhuis zitten te wachten op onaangename behandelingen van bevroren ledematen of andere vitale uitsteeksels.

Mijn eigen dagboek:
Vandaag wel bijzonder: de Tmax is de hele dag niet boven de -10 uitgekomen. Om 23:00 passeerde een sneeuwlijntje dat hier, wat zal het zijn? 4 cm? heeft achtergelaten maar het spul is zó licht dat het meteen weer wegwaait. Ik ben even naar de resten van het duintje gaan kijken dat overbleef na de decembergekte en dat is werkelijk harder dan beton. Erop ligt de sneeuw van deze januariwinter (bij elkaar toch wel 15 cm) en dat is veel meer broos. Ik schuif die lagen heel makkelijk van elkaar af en ik snap lawines nu beter, bedenk ik me. De A12 is nadat wij erdoor waren trouwens helemaal dichgestoven. Het duin daar groeit net zo hard aan als men het wegwerkt. Ik heb te doen met de kerels die nu, in dit weer, daar aan het werk zijn; dat zijn echte helden met hectobunders borsthaar. Respect! Tact trouwens -14,8 Tact woonkamer 16 graden en verder stook ik gewoon niet. We wennen er maar aan. Uithuizermeeden meet nu al -18,3 bij O 5Bft. Morgen weer zo’n dag. Ach ja: we raken eraan gewend.

Na de aanvankelijke opwinding over het Elstedengedoe stort de media zich op het steeds verder opstapelende koudenieuws. Het wereldnieuws wordt volledig naar de achtergrond gedrongen door de winterse beslommeringen van de Lage Landen en de rest van Europa, dat letterlijk kraakt in zijn voegen. Want zonder transport gaat de economische motor, die het toch al zwaar heeft, onvermijdelijk haperen.

De scheepvaart op de Rijn in Duitsland vindt nog slechts mondjesmaat plaats door de lage waterstand en de ijsgang. Vanaf Basel wordt al helemaal niet meer gevaren – daar liggen twee vastgelopen schepen vast in het ijs. De beelden daarvan doen grimmig aan. Bevroren wissels zorgen voor drama’s op het spoor, waardoor grote en veelsoortige transporten in de problemen komen. Wegen vriezen stuk of worden, door de langzaam maar gestaag aantrekkende oostenwind, steeds weer dichtgestoven en moeten weer worden vrijgemaakt. Alles loopt langzaam vast.

Europa is een poolstreek geworden en voor veel mensen is de lol er nu wel af. Maar niet voor veel Nederlanders en al helemaal niet voor de winterliefhebbers – hoewel ook hun winterliefde, hoe zeg je dat, langzaam bekoelt. Ik leid aan rijmdwang er moet daar even iets mee dus staat in mijn dagboek ineens:

Een Winterliefhebber op weerwoord
Had steeds wéér een woord voor een sneeuwsoort
Hoe koud het ook was
Hij bleef in zijn sas
En tekende sneeuw op een whiteboard

In Nederland en België, toch het epicentrum van de kou deze winter, wordt weliswaar gemopperd op de ongemakken, maar mensen maken er het beste van en de ijspret en het gedoe met sneeuw en ijs verbroedert. De NPO heeft een dagelijks ‘Schaatsjournaal’ en belicht elke dag een andere grote toertocht, met daarbij prachtig gemaakte beelden. Ik vind het fantastisch dat ons land op deze unieke manier wordt vastgelegd, ook voor het nageslacht. Misschien zullen we er later naar kijken en denken: ja, wat is Nederland toch mooi en ja: dát was nog eens een winter. Maar nu zitten we er nog middenin. En ja, het Schaatsjournaal sluit elke dag af met, zoals zij dat noemen, “De E-vraag”: komt er een tocht, en zo ja, wanneer? Zo nee, wat houdt die gekke Friezen dan toch tegen?

Elf Perikelen Tocht
Achter de schermen wordt in Leeuwarden natuurlijk druk vergaderd. Aan de vorst ligt het niet: het blijft gewoon hard vriezen. Op de weerkaarten zie ik een lagedrukzone (als je het al zo mag noemen) over de hele zuidelijke Middellandse Zee iets in betekenis toenemen, maar 995 hPa is niet echt lage druk. Wel in vergelijking met het enorme hogedrukbastion van 1055hPa ten noorden van ons. Daardoor komen de isobaren in onze streek iets dichter opeen te liggen, met als gevolg een aantrekkende oostenwind. Dat maakt de nachten minder koud, maar overdag wordt het nu echt gemeen koud: met een doorstaande droge en soms vlagerige oostenwind wordt het overdag hooguit -7 tot -9 en de stroming voert veel stratusvelden aan. De sneeuw, die nu best oud is, ziet er op straat grijs uit en sublimeert in die gortdroge wind. Op bomen en struiken ligt nog wat sneeuw, maar het grootste gedeelte is eraf gewaaid of gewoon verdampt. Ik heb al weken nauwelijks stoeptegels gezien, behalve bij mijn overbuurman, die keurig zijn stoepje schoonhoudt en kwistig met vaatwasmachinezout strooit. “Is veel goedkoper” roept hij me vrolijk toe, terwijl hij bezeten stukken ijs van de stoep losbikt. Ik voel me een soort Fin.

Dus aan het weer ligt het niet: overal is het ijs minstens 25 cm dik en nergens zijn wakken. De vorst houdt aan en wordt overdag zelfs scherper. Er moet daar in Friesland dus iets anders aan de hand zijn. Een Friese vriend van mij, die het bestuur adviseert over publiek-private projecten, appt mij desgevraagd terug: “Volgens mij zijn er twee grote issues: de openbare orde en de kou – het is nu gewoon te koud”. Ik denk even na en kijk naar de omstandigheden van de Helletocht van 1963 en inderdaad: met tienduizenden rijders is het onverantwoord om het evenement te laten plaatsvinden. Die openbare orde snap ik niet, maar dat zal wel opgelost worden. Toch? Of zou het zo zijn dat in deze, moderne tijd, Nederland gewoon niet meer in staat is om De Tocht te organiseren? Ik kan me dat nauwelijks voorstellen.

De Media
Het is achteraf misschien het inzichtelijker als ik wat nieuwskoppen van deze week eens belicht. Dat geeft me dan later een idee van deze ongekende, rare en opwindende en vooral ándere tijden waar we in leven.

“Vaart naar Waddeneilanden nu definitief gestremd – eilanden nu door de lucht bevoorraad” (nu.nl)
“Binnenvaart vraagt compensatie aan minister – Demissionair kabinet ziet ‘geen enkele ruimte’” (Elsevier)
“‘Elfstedenbestuur treuzelt onnodig’ – PVV boos om ‘verkwanselen nationale waarden’” (Telegraaf)
“Rutte: dit versterkt de band met Oekraïne” (Volkskrant)
“Brandweer in problemen door bevroren leidingen” (NRC)
“Minima moeten gecompenseerd worden voor extra energieheffing – Roemer pleit voor coulance” (Volkskrant)
“Laffe DiepFriezen durven schaatstochtje niet aan” (GeenStijl)

En zo gaat het maar door. Al met al weinig vrolijkheid.

Kouder en kouder
Dat gaat bij mij de pret niet drukken. Ik ga morgen in Nieuwkoop eindelijk het ijs op om te kijken hoe ver ik kom. Ja, het waait hard, ja, het KNMI vindt dat je beter binnen kan blijven en ja: ik ben nog aan het herstellen, maar ik ga gewoon eens krabbelen en we zien wel. Ik leg mijn schaatsen op de verwarming klaar, doe nog één rondje Weerwoord voor het slapen gaan en zie een herhalend patroon: de vorstgrens loopt van Madrid, over Rome tot aan Athene. Onze bovenluchttemperatiuur schommelt tussen de -12 en de -18. Nog koudere lucht ligt als twee diep-paarse bellen klaar: eentje in noordwest-Rusland, een andere meer bij Polen en die komen onvermijdelijk onze kant op. Dat is gewoon zeker: het patroon is volkomen vastgeroest en wat er ook gebeuren mag: dat komt de komende drie/ vier dagen gewoon alweer onze kant op. De wind zal daarbij ook nog aantrekken. Als ik dat zo zie, dan zal er voorlopig géén E-tocht worden gereden – óf de wedstrijd moet van de toertochten worden losgekoppeld, maar het lijkt me sterk dat dat zal gebeuren. Ik klap mijn laptop dicht en geloof het verder wel. Er wacht een heerlijk voorverwarmd bed op me. Buiten hoor ik, als ik in bed lig, de wind weer stevig waaien, harder dan gisteren en de bomen laten weer dat rare krakende geluid horen. Brrr.

De winter beheerst nu het landelijke nieuws en dat is ook niet zo verwonderlijk: in de recente geschiedenis is zo’n opeenvolging van extreem winterweer nauwelijks eerder voorgekomen. We liggen zelfs op schema om 1963 naar de kroon te steken. En dan is daar natuurlijk dat nieuwe record van -29,8.

De maatschappelijke gevolgen zijn velerlei. Van bevroren stroomverdeelkasten (en dus vaak ook: wegvallende internetverbindingen) tot overbelaste elektriciteitscentrales en tijdelijke black-outs. Transportproblemen door slechte wegen (gaten in het asfalt en Rijkswaterstaat is nu al door zijn zoutvoorraad heen) en de te verwachten ijsvorming op de vaarwegen – ook op de grote rivieren. Er rijdt uiteraard nauwelijks een trein in Nederland. En met deze temperaturen verwacht men dat het IJsselmeer snel dicht zal vriezen, dus wordt de konvooivaart weer hervat. Maar ook de bevoorrading van supermarkten, winkels en tankstations staat onder druk. Een pond sperziebonen kost 3 Euro.

Pinmachines bevriezen. Rioleringen vriezen stuk. Waterleidingen bevriezen en CV’s vallen uit – over beide kan ik inmiddels meepraten. Zelfs bouwtechnisch ontstaan er problemen: de vorst gaat zo diep de grond in, dat deze uitzet en funderingen onder spanning zet. Ergens lees ik, dat het natte veen bij Gouda 2 tot 3 cm omhoog gekomen is door de vorst, en huizen die ‘op staal’ staan beginnen scheuren te vertonen. En vanochtend vertikte mijn dieseltje het om te starten. Dat kon er ook nog wel bij. De Benelux staan niet alleen in deze problemen: ook in Duitsland speelt dit, net als in Frankrijk en in Engeland. Het waterpeil in de Rijn staat historisch laag door een ijsprop in de rivier, waarmee ook de bevoorrading daar onder druk komt te staan.

Op de weerkaarten verandert er weinig. De koudebel is boven ons hoofd tot stilstand gekomen en er is nauwelijks stroming. Overdag loopt de temperatuur even op tot waardes rond -6 maar zodra de zon verdwijnt kiepert de temperatuur weer naar strenge tot zeer strenge vorst. Het hoog strekt zich uit van Groenland naar achter de horizon in Rusland en er is in de verste verten geen spoor van een verandering te zien. In de 15-daagse pluim is er niet één lijntje te zien dat het waagt de -5 aan te tikken, ook niet naar het einde toe. Sommige leden geven wat neerslag, maar dat is het wel. De vorstgrens loopt nu van Noord-Spanje, via Rome naar Skopje en zo verder Azië in. Alleen zuidelijk Zuid-Europa ontspringt de dans, hoewel het ook in Madrid af en toe stevig vriest ’s nachts.

Het E-woord
Er is natuurlijk ook goed nieuws. Door het rustige weer en de extreme vorst kunnen plassen, vaarten en boezems die razendsnel zijn dichtgevroren veilig sneeuwvrij worden gemaakt, en voor overmorgen staan de eerste grote toertochten ingepland. Maar er is meer. In Leeuwarden komen het bestuur én de rayonhoofden van de Vereniging Friesche Elfsteden voor het eerst bijeen om, wat zij noemen, een ‘verkennende vergadering’ te houden. De nationale media slaan meteen compleet op tilt en reizen massaal af naar Friesland met als gevolg dat we, als we dat willen, anderhalf uur lang live naar een gesloten deur in het Provinciehuis kunnen kijken met daarvoor een sombere verslaggever die om het kwartier toonloos meldt dat er ‘nog steeds geen nieuws’ is. Twee uur later horen we dan dat er ‘nog heel veel problemen zijn’ en dat er morgen verder gepraat wordt. Er worden ‘Wakhoofden’ benoemd. Mijn vrouw zegt dat ik ook een wakhoofd heb. Ik zeg iets over haar elfstedenkruis. We kruipen ons door elektrische dekens verwarmde bed in. Onze nieuwe CV-ketel doet het prima, maar mijn slaapkamer blijft een ijsput.

Een vriend van mij belt me in paniek op: hij is lid van de Vereniging Friesche Elfsteden en tegenwoordig is er geen loting meer, maar zullen álle leden starten. Hij heeft alleen een probleem: een afstandsbediening-vormige eeltplek op zijn in de loop der jaren aanzienlijk gegroeide buik en de bijbehorende conditie van een stoeptegel. Of ik denk dat ‘It sil heve’? Ik zeg hem dat ik denk van wel. Dat stelt hem niet gerust. Tmin: -15,2 Tmax -6,7 Tact -11,6 Wind: oost 2 Bft. Je went eraan.

Weerwoord
Op weerwoord is het een stuk rustiger geworden. Alle E-discussies worden door het beheer naar ‘OT’ verplaatst zodat het kern-forum zich beperkt tot modelbesprekingen en actuele meldingen. De modelbesprekingen zijn saai, want er verandert niets, of het moet de kans op een sneeuwstorinkje uit het oosten zijn. De meldingen zijn ook saai, want is vriest ‘gewoon’ streng tot zeer streng, maar er sneuvelen geen records. Hoewel: het decaderecord van de periode 10 – 20 januari gaat er waarschijnlijk wel aan. En niet zo’n beetje ook. Maar op de een of andere manier vinden we ook dat dat gewoon. Wat het natuurlijk helemaal niet is.

Uit mijn dagboek: 16 januari. Ik weet niet beter of alles is wit, koud en stijfbevroren. En het wordt allemaal zo gewoon: de vuilwitte krakende sneeuwkorst op straat, het geglibber met de auto, de schaatspret op de Oude Rijn in het dorp. Maar de mensen zijn vriendelijk en saamhorig, alsof we allemaal in hetzelfde schuitje zitten – en dat zitten we ook. Zo moet het dus voelen om Fin te zijn, of Rus. Niet zo gek dat daar de beste Wodka vandaan komt. Er is sprake van een E-tocht maar dat bestuur kennende duurt dat nog wel even. Ons land is even helemaal gek, maar op een leuke manier!

Oud-Hollandse ijspret
Uit Leiden komen Oud-Hollandse foto’s van schaatspret op de singel, met op de voorgrond een middeleeuws torentje. Uit Amsterdam, Gouda, Haarlem en al die andere mooie, oude steden ook. Verbaasde asielzoekers kraaien het in het 8-uurjournaal uit van de pret. “I am standing on the water! Look! I’m standing on the water” roept een steeds harder op en neer springende afrikaan. Een van top tot teen ingepakte wat oudere Syriër legt bezorgd uit dat hij het on-be-grijpelijk vindt dat hele gezinnen het ijs op gaan; dat is toch levensgevaarlijk? Een dame geeft hem een bekertje chocomel en zegt dat het wel meevalt, pakt zijn hand en sleurt hem het ijs op. De Syriër volgt schoorvoetend, dan steeds zekerder en even later zien we hem een aanloopje nemen, brullend van de pret voorbijglijden en snoeihard op zijn plaat gaan. De afrikaan komt niet meer bij. De Syriër ook niet. De dame ook niet. Prachtig. Nederland op zijn aller-allerbest.

De Benelux zit weer diep in de winter. Bijna heel Europa zit diep in de winter. Maar het hevigst slaat de winter toe in een strook die langs de Baltische staten, Noord-Duitsland en Denemarken via de Benelux en Noord-Frankrijk naar de Britse Eilanden loopt. Op de kaarten kun je dat ook mooi zien: een diepblauwe tong met extreem lage t850’s volgt precies die route, eindigend in een soort paarse bel, met de Benelux precies in het midden ervan. Volgens mijn zwager in Toronto is het daar nog steeds nauwelijks winter, wat kan kloppen als ik op de kaarten kijk; dit jaar ligt het zwaartepunt van de kou overduidelijk in Europa, meer: Noordwest-Europa. Laat het in Canada maar eens regenen.

Op de kaarten zie je een klassieke, goed doortimmerde winterse drukverdeling: hogedruk vanaf Groenland tot diep in Rusland, lagedruk in de Middellandse Zee. Op de grens van de twee luchtsoorten wat depressietjes, die vooral in België steeds voor sneeuwbuien zorgen. In de Ardennen ligt inmiddels meer dan een meter sneeuw, maar ook een strook dwars door Vlaanderen ligt onder een imposante sneeuwlaag van minstens 30 cm.

Uit mijn dagboek: Verdorie 3 kwartier in de wachtstand bij de CV reparateur. Er kan pas morgen iemand komen. Hoe moeten wij hier de dag doorkomen? Bevroren of zo? In de woonkamer is het nu 6 graden en het kacheltje draait overuren, net als de haard. Gelukkig hebben we elektrische dekens, die leggen we maar op de bank om op te zitten, wolkjes blazend. Dit rit naar mijn werk in Hilversum was prachtig: met een opgaande zon dwars door een stijfbevroren Groene Hart. De witte reigers die je af en toe ziet steken geel af tegen het spierwitte landschap. Alles kraakt. Ik neem het krabben in de ochtend op de koop toe: wat is dit mooi! Tmin vannacht -14,3! Dat zijn toch keurige waardes. En het moet vannacht even gesneeuwd hebben want er ligt een dun laagje vers poeier.

De minimumtemperaturen zijn landelijk flink onderuit gegaan. In De Bilt werd het op neushoogte -18,6. Het laagste was Eelde, met -22,3. Op hoogte stroomt morgen nóg koudere lucht op ons af, voorafgegaan door een smal bandje met sneeuw. Ik ben benieuwd wat dat gaat betekenen. Zou het kouderecord er dan eindelijk eens aan gaan?

Es geht los
Het smalle bandje met sneeuw levert vooral in Oost-Nederland – dat er tot nu toe relatief rustig vanaf gekomen was, een onverwachte 10 cm sneeuw op. Tegen de tijd dat de neerslag Zuid-Holland bereikt heeft is het sneeuwgebiedje zo goed als verpieterd; de verdwaalde vlokjes zien er weliswaar gezellig uit in het licht van de lantaarnpaal, maar het dekje mag geen naam hebben. Achter dit storinkje wordt het stil.

Ik ga na een tijdje naar buiten (je moet er maar zin in hebben vanuit een ijskoud huis) en de glazen kou doet me denken aan nieuwjaarsnacht 1996-1997. Toen stond ik buiten om het feestgedruis even te ontvluchten en werd bijna in mijn gezicht geslagen door de kou. Diep inademen deed pijn aan de longen. De lucht was zó droog dat ik nauwelijks wolkjes blies. Dat soort lucht: hoelang had ik dat niet meer gevoeld? Zo droog, zo koud, zo geurloos? Die lucht adem ik nu weer in.

Weerwoord in actie
Op Weerwoord wordt druk gespeculeerd of er vannacht records gaan sneuvelen. De uitgangspunten zijn prima: er ligt op strategische plekken tussen de 20 en 25 cm sneeuw en de t850 zou vannacht onder de -25 moeten zakken. Met een compleet wegvallende wind en een extreem lage luchtvochtigheid houdt iedereen het voor mogelijk: als niet nu, wanneer dan wel?

“Dit wordt ‘m jongens en meisjes” vindt Doetinchem. “voor minder dan -30 doe ik het niet”
“Ik beken” klinkt het uit Leiden “dat dit toch wel enigszins winters aandoet. Tact -16,6 and dropping. Ik ben Wakker…”

Verschillende groepjes verzamelen zich om op jacht naar Het Record te gaan, gewapend met sensor, windmeter, mobiele weerhut, laptop en, vooral: iets sterks te drinken. De vraag is welke plek het meeste kans maakt. De Flevopolders, waar Ben in december de officieuze -28,8 klokte? De Hoge Veluwe? Of juist een diepe polder? Vanaf mijn elektrische deken probeer ik het allemaal te volgen, ook met de actuele kaart van Weerplaza. Ik stel vast dat hun kleurenschaal niet voorziet in temperaturen van onder de -23 – daarna wordt alles letterlijk zwart. Ik stel vooral vast dat mijn vingers zó koud zijn, dat de trackpad van mijn MacBook niet meer goed reageert op mijn bewegingen.

Aftellen
Om 22:45 duikt De Bilt onder de -20. Eelde klokt al -24,5. Lelystad is tweede met -22,3. In Vlaanderen wordt -20,1 gemeld. In mijn tuin blijf ik voorlopig hangen op -17,7. “Tuineffectje” schrijf ik ergens op Weerwoord. “altijd lekker warm. Ik ga de tuinstoelen pakken”
Een uur later is er niet veel veranderd. Het lijkt wel alsof de temperatuur niet verder wil zakken. Ben meldt, dat het drogere gedeelte van de lucht nog moet komen en dat dat rond 01:00 word verwacht.
00:30 uur: De Bilt: -22,6. Eelde -25,9. Lelystad -23,4. Wageningen -25,3. Iedereen houdt de adem in.
01:00 uur: De Bilt: -23,9. Eelde -26,4. Lelystad -23,3 (bah). Wageningen -26,1. Gaan we het redden?
Daarna gaat het ineens hard en blijkt Ben – zoals zo vaak – gelijk te hebben gehad.
01:30 uur: De Bilt: -25,6. Eelde -27,2 (bijna!). Lelystad -24,9 en Wageningen -26,1.
In heel Nederland ligt de temperatuur nu onder de -17 graden, iets dat ik maar zelden meegemaakt heb.
Weerwoord houdt de adem in. Iedereen is nog wakker. Dan meldt Ben als eerste “Ja!! We hebben ‘m!!! Marknesse -29,1 om 01:45 uur!! RECORD!!!”
Weerwoord barst uit in gejoel en melige teksten.
“Snif snif, dat ik dit nog mag meemaken” verwoordt een ontroerde Frank wat wij allemaal denken. Ik besluit er een borrel op te nemen – en ik ben vast niet de enige. Van binnen verwarmd maar van buiten totaal onderkoeld loop ik nog even de tuin in om dit bijzondere moment te incasseren en ook daarin ben ik vast niet de enige. Het voelt onwerkelijk koud en onwerkelijk mooi.

De volgende ochtend komen de onthutsende cijfers van deze nacht. In mijn eigen tuintje is het -23,1 geweest. Maar dat boeit niet. Eelde wint tóch en zet een nieuw record: -29,8. Lelystad volgt met -29,2. De recordjagers moeten hun data nog verwerken maar hebben boven de sneeuw bij Deelen -35,4 gemeten in een officiële opstelling. Op het uiterste zuidwesten van Nederland na heeft het overal met gemak meer dan 20 graden gevroren in deze unieke, verstilde en ijskoude nacht.

De volgende ochtend blijkt ook de waterleiding in mijn badkamer stukgevroren. Ook dat nog.

De Benelux heeft dan wel even de tijd gehad om op adem te komen na het volstrekt idioot brute wintergeweld van de maand december, maar we zijn er, zo op het oog, nog niet van af. De vorst heeft de lage landen de afgelopen dagen toch weer heroverd. Het eerder genoemde koudeputje activeert behoorlijk boven de Oostzee en koerst recht op ons af. Het KNMI, eerder op de avond van 11 januari: “Vannacht overwegend matige vorst. In het noorden en midden van het land vanuit het noordoosten mogelijk enige sneeuw van betekenis”. Aan de Oostzee meldt Kiel om 19:20 zware sneeuwval bij -8 en een oostnoordoostenwind van 6 Bft. Weerwoord is in rep en roer: wat kunnen we verwachten? Wat is de koers van de sneeuwstoring? De een houdt het op 5 cm voor het noorden, de ander verwacht minstens 15 cm voor het midden.

Het wordt weer een avondje nowcasten en ik besluit ervoor op te blijven, met de Duitse en de Nederlandse buienradars voor mijn neus, en een Weerwoordscherm ernaast. Om 21:45 meldt Mark uit Noordwolde de eerste vlokken en een aantrekkende wind bij -5,1. Om 22:01 meldt hij dat de sneeuwval onverwacht zwaar is en er buiten een white-out is met een eveneens onverwacht sterke oostnoordoosten wind. Eelde volgt, dan wat later Wezep. Als ik het zo bekijk moet het bij mij om ongeveer 23:30 uur beginnen en als het zo laat is, ga ik in de tuin staan wachten. Na een tijdje voel ik iets mijn wang aaien en ik zie op mijn mouw een sneeuwvlok landen. In de verte klinkt het geruis van de toenemende wind in de bomen en tien minuten later sneeuwt het intensief, met héél kleine vlokjes en het gáát maar door. Binnen tien minuten ligt er iets van 3 – 4 cm en als ik op de radar kijk zie ik dat het sneeuwgebied aan de achterkant alsmaar blijft aangroeien. In Beilen meldt Gea 11 cm en sneeuwdrift. De sneeuw heeft nu Rotterdam bereikt en de storing trekt gestaag verder naar het zuidwesten. Omdat ik toch te opgewonden ben blijf ik in-en uitlopen en foto’s maken van de razendsnel aangroeiende maar soms weer wegwaaiende sneeuwlaag. Om 00:30 schat ik dat er 8 cm ligt in mijn tuin. Op de buienradar zit nu heel Nederland en Vlaanderen onder een egale grijze plak en het einde ervan is niet in zicht. Om 01:30 besluit ik te gaan slapen; ik lees het allemaal morgen wel.

Winterwonderland
Als ik de volgende morgen om 06:45 uur opsta kijk ik een donker winterwonderland in. Alles ligt onder een dikke laag poedersneeuw van ongeveer 10 cm. Het is volkomen onbewolkt en windstil. Soms hoor ik wat geritsel als er wat sneeuw van een tak valt. In het oosten schemert het vaag. Mijn sensor geeft aan dat het -11,3 graden is, wat ook de Tmin is. Via Weerwoord kom ik er achter dat er deze nacht véél meer sneeuw is gevallen dan iemand had durven dromen. Een echt zwaartepunt is er niet te noemen. De sneeuwdikte varieert van 10 cm (zoals bij mij) tot iets meer dan 22 cm. Als met al een chic dekje. Na de passage van de storing is het in de nacht overal opgeklaard en is het weer eens tot strenge, en op enkele plekken zelfs tot zeer strenge vorst gekomen: -14,3 in Leeuwarden, -11,3 in Maastricht en -15,6 in Eelde. Maar ook in Vlissingen vroor het -8,8. Het putje is boven West-Vlaanderen zo’n beetje tot stilstand gekomen (daar met 22 cm ook veruit het meeste sneeuw) en daarna de Noordzee op getrokken, waar het doelloos blijft liggen.

Van de gevreesde afbraak van het hoog is geen sprake; dat versterkt zich alleen maar volgens de laatste berekeningen: aan de oostkant ervan komt nu een tong van bizar koude lucht onze kant op, met daarin t850 tot -25 en dat kleurt diep-paars op de kaarten. Blijkbaar is deze winter alles mogelijk. Deze lucht is linea recta afkomstig van het gebied bij Nova Zembla en wordt in een rechte lijn in sneltreinvaart onze kant op getransporteerd. Lagedruk is tot diep in het Middellandse-Zeegebied gedrukt en de vorstgrens loopt nu van Bordeaux naar Milaan en onder Wenen langs de Oekraïne in. Zuidoosteuropa is relatief warm. In Oberbayern wordt -41,2 gemeten boven 40 cm verse sneeuw. De kaarten verder vooruit laten de druk bij Groenland nu óók stijgen. Als dat gebeurt zijn we weer terug waar we in december waren, alleen met een totaal andere voorgeschiedenis; de lucht is nu droger, het land veel en veel kouder en vooral: de mensen zijn nu meer gewend aan winters gedoe,

Dat zie je ook terug in de media: “Nederlanders gewend aan kou” schrijft het AD. De Telegraaf is vooral boos: “IS DIT GLOBAL WARMING” chocoladelettert de krant. GeenStijl vindt dat er iemand bij het KNMI moet worden ontslagen omdat er wéér geen weeralarm is afgegeven en, het moet gezegd: deze winter onderschat het KNMI elke situatie elke keer weer. Ook deze. Is de club te conservatief of juist een baken van rust in tijden van hijgerigheid? D’66 stelt verontwaardigde kamervragen maar weet niet precies waarover en aan wie.

Weerwoord
Op Weerwoord lopen de reacties nogal uiteen.
“6 cm Spul op de stoep. Ik mag toch hopen dat niemand vindt dat ik daarvan onder de indruk moet zijn?” vraagt Leiden zich af.
“Mooi hoor, 9 cm sneeuw. Zou nog mooier zijn geweest als het regen was, maar ja: je kunt niet alles hebben” klinkt het uit Hellevoetsluis.
Uit Holwerd komen hoopvolle berichten. De meeste vaarten waren nog niet dichtgevroren en deze poeiersneeuw is op grote plekken waar wél ijs lag weer weggeblazen. Het E-woord wordt niet genoemd maar schoon ijs is toch een voorwaarde. En de laag sneeuw die er ligt is niet extreem dik en zeker niet zwaar.
Uit Doetinchem komen onsamenhangende teksten waaruit we afleiden dat Frank waarschijnlijk dat krat bier leeggedronken heeft, dat hij eerder onder de weggedooide sneeuw herontdekte.
Ikzelf kijk naar de kaarten van het Noordelijk Halfrond en als ik het zo zie, zijn we nog lang niet van deze winter af: op de pool ligt een gigantisch hogedrukgebied dat naar de Europese kant “hangt”. Boven Canada lage druk.

De Pluim laat spectaculaire verdere daling van de temperatuur zien. Er wordt gemopperd over de ‘sneeuwbug’ maar aan de andere kant: er ligt toch sneeuw? In de komende week kan er af en toe wat sneeuw uit oosten vallen maar dat zullen geen grote hoeveelheden zijn, bij elkaar hooguit 5 – 10 cm. De temperaturen zullen variëren van -12/-15 ’s nachts en -6/-3 overdag. Een paar lijntjes maken het idioot: die gaan tot -28 en -11 maar dat neemt niemand echt serieus.

Ik loop de tuin in, in de piepende sneeuw en stamp weer een pad naar mijn schuurtje. Er ligt nu niet zo idioot veel sneeuw als in december maar het is zeker zo mooi: alles is weer onder een liefderijke, zachte witte deken verstopt, feeëriek verlicht door de mini-ledjes in mijn pruimenboom die alles in een zachte gele gloed zetten. Boven mij twinkelen de sterren. Dit is winter zoals winter bedoeld is. Het is 23:35 uur en het vriest flink: -12,4. Door gewenning, het gebrek aan wind en de droge lucht voelt het niet koud aan. Heerlijk!

Als ik weer naar binnen ga vind ik het verdacht stil in huis en verdacht koud ook, en verrek: mijn CV is er wéér mee gestopt. Mopperend kruip ik mijn bed in. Dat wordt een fris nachtje. Morgenochtend de ijspegel van mijn neus bikken.